Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
[huwelijksdatum] zijn getrouwd.
3.Het verzoek
Ze heeft contact gehad met haar oude werkgever in Brazilië, die heeft geantwoord haar graag te zien terugkeren in haar oude baan als advocaat. Er is een goede (privé-)school voor de kinderen in de buurt van haar appartement, en haar zus (die daar werkt) kan er voor zorgen dat de kinderen daar worden geplaatst. De ouders van de moeder, maar ook overige familieleden, kunnen de kinderen opvangen als zij moet werken of om andere redenen opvang nodig heeft.
zal betekenen dat de kinderen de vader minder zullen zien. Zij merkt op dat zij echter tot partijen feitelijk uit elkaar gingen, altijd de primaire zorg voor de kinderen heeft gehad: zij was fulltime thuis, terwijl de man fulltime werkte. Bovendien hebben de kinderen, met name [minderjarige 1] , meermaals gedurende langere tijd zonder de vader in Brazilië verbleven.
twee keer per jaar, gedurende meerdere weken bij de man verblijven.
4.Verweer
Zij spreken Nederlands, gaan in Nederland naar school/de opvang en hebben Nederlandse vriendjes en vriendinnetjes. De kinderen zijn hier geworteld. Daarnaast ligt vanwege de
co-ouderschapsregeling het zwaartepunt van de verzorging en opvoeding niet bij de moeder.
De kinderen zijn eraan gewend dat hij hen voor de helft van de tijd verzorgt en opvoedt.
5.Het standpunt van de Raad
6.De beoordeling
Nu partijen ervan uitgaan dat zij beiden het gezag over de kinderen uitoefenen, zal dit geschil getoetst worden aan de hand van artikel 1:253a, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW).
De gezamenlijke gezagsuitoefening brengt mee dat een ouder voor verhuizing van de kinderen, toestemming van de andere ouder nodig heeft.
Indien de ouders het hierover niet eens worden, zal de rechter hierover desverzocht een beslissing nemen. Conform vaste rechtspraak dient de rechter bij de beslissing over een geschil als het onderhavige niet alleen het belang van de kinderen, maar alle omstandigheden van het geval in ogenschouw te nemen en alle belangen af te wegen.
Bij afweging van alle belangen is de rechtbank van oordeel dat aan de moeder vervangende toestemming kan worden verleend om met de kinderen in juli 2022 naar Brazilië te verhuizen, waartoe als volgt wordt overwogen.
Niet aannemelijk is geworden dat partijen een duidelijke gezamenlijke intentie hadden om zich blijvend in Nederland te vestigen. De rechtbank merkt hen aan als expats, hetgeen van invloed is bij de afweging van de diverse belangen. In dit kader is van belang dat de moeder haar appartement in Brazilië heeft aangehouden. Ook is van belang dat niet is gebleken dat partijen in Nederland een sociaal netwerk - met Nederlanders - hebben opgebouwd. Integendeel, de familie van de moeder (uit Brazilië) is meermaals naar Nederland gevlogen om partijen te helpen bij de zorg voor de kinderen. Ter zitting is gebleken dat partijen zich niet in het Nederlands kunnen uitdrukken, terwijl de vader daar heeft aangegeven dat hij voor vertrek uit Brazilië misschien wel niet tegen de moeder heeft gezegd dat zij zich als gezin voor langere tijd in Nederland zouden gaan vestigen.
zich ongelukkig en eenzaam voelt, en dat de vader hiervan op de hoogte is (geweest).
Ook is duidelijk dat het voor de moeder niet goed mogelijk is in Nederland een eigen, zelfstandig leven met passend werk en een passende woning op te bouwen, terwijl niet gebleken is dat de vader haar actief heeft geholpen bij het vinden van passende woonruimte. De vader heeft niet aangevoerd dat hij zijn baan niet in Brazilië (online) kan voortzetten.
In een geval als het onderhavige, waarin sprake is van expats die hun gezamenlijke woonadres hebben gehad in Nederland, een land waar beiden niet vandaan komen, maar dat is gekozen met het oog op de werksituatie van de vader, kan de moeder niet gehouden worden na beëindiging van het huwelijk/de relatie in Nederland te blijven wonen.
De moeder heeft het recht en een gerechtvaardigd belang haar leven opnieuw in te richten en terug te keren naar haar familie en vaderland.
De omstandigheid dat de vader - overigens niet onderbouwd en eerst ter zitting - heeft gezegd dat hij sinds kort een relatie met een Nederlandse vrouw heeft en dat zij in verwachting zijn van een kind, maakt dit niet anders.
Zij kan in Brazilië in het door haar aangehouden appartement haar intrek nemen en haar werk als advocaat weer oppakken. De kinderen kunnen op een school in de buurt van het appartement worden geplaatst en de moeder heeft een netwerk van familieleden die, zo nodig, voor opvang van de kinderen kunnen zorgen. Ook kan haar familie haar - mocht dit nodig zijn - financieel ondersteunen. De moeder kan aldus in Brazilië het leven leiden dat ze, gelet op haar achtergrond en opleiding, zou willen leiden en is daardoor in staat voor de kinderen meer de moeder te zijn die zij zou willen zijn.
Daar komt bij dat zij meermalen gedurende langere periodes - ook zonder de vader - in Brazilië hebben verbleven, zodat de gevolgen van een internationale verhuizing voor hen naar verwachting minder ingrijpend zullen zijn en aangenomen wordt dat zij hun leven daar zonder veel moeite zullen kunnen voortzetten. [minderjarige 1] zal met toewijzing van het verzoek met ingang van juli 2022, ook voldoende tijd hebben om te acclimatiseren voordat zij aan een nieuw schooljaar begint.
7.De beslissing
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] te [plaats] (Brazilië),
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2019 te [plaats] ,
mr. P.W.M. de Wolf MSM, leden van deze kamer, allen tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. T.E.J. Bruinen als griffier en in het openbaar uitgesproken op
15 maart 2022.