Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Break Down Sloopsupport B.V.
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Beëindigen arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd”van 25 februari 2020, ondertekend door beide partijen, staat onder meer:
“Het dienstverband welke is aangevangen op 4 oktober 2019 en van rechtswege zou eindigen op 4 april 2020 zal niet worden verlengd. Die betekent dat jouw arbeidsovereenkomst per bovengenoemde einddatum van rechtswege eindigt. (...) Voorts zijn partijen in het kader van het beëindigen van de arbeidsovereenkomst overeengekomen dat de in bruikleen gegeven werkkleding en PBM’s voor uitbetaling van periode 4 2020 zijn ingeleverd.”
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
“een periode van 24 maanden (...) hebben overschreden”. Daaruit kan niet anders worden afgeleid dan dat de arbeidsovereenkomst pas kan worden aangemerkt als aangegaan voor onbepaalde tijd, indien en nadat de termijn van 24 maanden feitelijk is overschreden. Daarvan was geen sprake op 3 oktober 2019. Dat was pas het geval op 5 februari 2020, maar toen was de CAO Bouw & Infra 2019 niet meer van toepassing tussen partijen, zoals hiervoor is overwogen.
“vanaf de dag”dat tussen dezelfde partijen arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd een periode van 24 maanden hebben overschreden,
“met ingang van die dag”de laatste arbeidsovereenkomst geldt als aangegaan voor onbepaalde tijd. De bewoordingen
“vanaf de dag”en
“met ingang van die dag”hebben de cao-partijen niet letterlijk overgenomen. Echter, niet aannemelijk is dat cao-partijen enerzijds wel hebben beoogd aan te sluiten bij de tekst van artikel 7:668a lid 1, onderdeel a, BW, maar vervolgens in afwijking daarvan een geheel andere bedoeling voor ogen zouden hebben gehad ten aanzien van het moment van ontstaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, zonder dat duidelijk tot uitdrukking te brengen in de tekst van artikel 17 lid 4, onderdeel a, van de CAO Bouw & Infra 2019.
“met ingang van de eerstvolgende dag na die 24 maanden”als arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd geldt
.Deze constatering is ten overvloede en de kantonrechter kan daarom in het midden laten of een latere cao, de CAO Bouw & Infra 2020, al dan niet een rol kan spelen bij de uitleg van een eerdere cao, de CAO Bouw & Infra 2019.
De beslissing