In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 23 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee voormalig echtelieden over de verdeling van hun gezamenlijke bezittingen na echtscheiding. De echtscheiding was op 7 juli 2009 uitgesproken en de partijen zijn gezamenlijk eigenaar van de voormalige echtelijke woning en een beleggingsverzekering. Eiser vorderde toedeling van de woning en de beleggingsverzekering, met de verplichting om gedaagde een bedrag ter zake van overbedeling te betalen. De rechtbank oordeelde dat de woning aan eiser kon worden toegedeeld, onder de verplichting om gedaagde de helft van de overwaarde te betalen. De overwaarde van de woning werd vastgesteld op € 195.000,-, waarvan € 97.500,- aan gedaagde toekwam. Daarnaast werd de waarde van de beleggingsverzekering vastgesteld op € 33.803,18, met een gelijk aandeel voor gedaagde. De rechtbank oordeelde dat eiser ook recht had op vergoeding van bepaalde kosten die hij had gemaakt, maar wees een aantal vorderingen af wegens gebrek aan onderbouwing. Uiteindelijk werd de overbedelingssom vastgesteld op € 88.404,40 die eiser aan gedaagde moest betalen. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.