Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
- ongeveer 305 gram, van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd en/of
- ongeveer 4 gram hennep,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hasjiesj en/of hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
verklaring die de verdachte ter terechtzitting van 5 april 2022heeft afgelegd;
proces-verbaal van bevindingenvan 21 oktober 2021 (dossierpagina’s 4 t/m 5), opgemaakt door verbalisanten [naam 1] en [naam 2] ;
proces-verbaal van onderzoek verdovende middelenvan 10 november 2021 (dossierpagina’s 10 t/m 12), opgemaakt door verbalisanten [naam 3] en [naam 4] ;
schriftelijk bescheid, te weten een rapport NFiDENTvan 11 november 2021 (dossierpagina 13), opgemaakt door ing. [naam 5] ;
proces-verbaal van bevindingenvan 21 oktober 2021 (dossierpagina’s 6 t/m 7), opgemaakt door verbalisant [naam 6] ;
proces-verbaal van bevindingenvan 21 oktober 2021 (dossierpagina’s 18 t/m 20), opgemaakt door verbalisant [naam 7] .
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
120 (honderdtwintig) uren taakstrafdie bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren daarvan verrichten te vervangen door 60 (zestig) dagen hechtenis, met bevel dat een gedeelte groot
60 (zestig) uren, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 30 (dertig) dagen hechtenis,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.