8.3Ook met deze nadere toelichting blijft onduidelijk bij welke percelen welke (meet)methode (grashoogtemeter, ganzentelmethode, indien al toegestaan, en/of gegevens van [naam 8] ) is gehanteerd om de schade te bepalen. Ook in de nadere toelichting heeft verweerder niet gemotiveerd waarom beweiding als argument is gehanteerd om niet de meten-is-wetenmethode te hanteren, terwijl beweiding volgens de taxatierichtlijn daarvoor geen argument vormt. Evenmin heeft verweerder met de nadere toelichting gemotiveerd waarom op sommige percelen kennelijk uitsluitend gebruik is gemaakt van de ganzentelmethode, terwijl deze methode volgens de taxatierichtlijn uitsluitend als controlemiddel mag worden gebruikt om de schade te bepalen. Daarnaast, als dat al tot schadebepaling zou kunnen leiden, is niet duidelijk op welke percelen hoeveel ganzen zijn geteld en wanneer. Verder is niet inzichtelijk hoe de ganzentelgegevens zich verhouden tot de eveneens gebruikte [naam 8] gegevens. Ten slotte is geen inzicht verschaft in de hoeveelheden waargenomen ganzenstront.
9. De rechtbank ziet naar aanleiding van het verhandelde ter zitting evenmin aanleiding om ter beslechting van het geschil zelf in de zaak te voorzien door zelf een schadebedrag vast te stellen. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat verweerder ter zitting desgevraagd heeft verklaard ruimte te zien en bereid te zijn om de aan de taxaties klevende gebreken te (laten) herstellen en opnieuw een schadebedrag vast te stellen.
Voorts acht de rechtbank in dit verband van belang dat van de kant van eiseres, op wie uiteindelijk de bewijslast rust van de gestelde omvang van de schade, geen rapport van een schadedeskundige is ingebracht dat houvast zou kunnen bieden voor de rechtbank om zelf een schadebedrag vast te stellen. Het voorstel van eiseres ter zitting om voor het vaststellen van de zomerschade 2019 aansluiting te zoeken bij de vastgestelde oktoberschade 2019 biedt hiervoor onvoldoende grondslag gelet op de kanttekeningen die [naam 6] daar ter zitting bij heeft geplaatst en die eiseres niet heeft weersproken. De stelling van eiseres dat het aantal ganzen de laatste jaren steeds verder toeneemt en dat dit blijkt uit taxaties van de afgelopen jaren en het Faunabeheerplan Ganzen Noord-Holland 2021-2024 biedt hiervoor, wat ook zij van die stelling, evenmin grondslag, omdat specifieke op de percelen betrekking hebbende gegevens van de zomerperiode van 2019 zijn vereist om de schade die toen op de percelen is veroorzaakt te kunnen bepalen. Bovendien, zo is ter zitting ook besproken, is volgens die door eiseres overgelegde rapporten, in algemene zin sedert 2011 wellicht sprake van toename van het aantal ganzen in Nederland, maar is er juist in 2018 en 2019 sprake van een afgenomen aantal, ook in het Jisperveld.
10. De rechtbank zal verweerder gelet op het voorgaande opdragen een nieuw besluit op het bezwaar van eiseres te nemen, met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen.
11. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoedt.
12. De rechtbank veroordeelt verweerder verder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op
€ 1.518,00 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 759,00 en een wegingsfactor 1).