Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 februari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het afslaan zonder richting aan te geven. Betrokkene had eerder beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de feiten vastgesteld.
De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, was het afslaan zonder het gebruik van een richtingaanwijzer of handgebaar. Betrokkene betwistte de beslissing van de officier van justitie en voerde aan dat de verbalisant onterecht had gekozen om de bestuurder van het voertuig niet staande te houden. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, omdat de verbalisant de gedraging had waargenomen en de bestuurder niet in zijn verdediging was geschaad.
De kantonrechter benadrukte dat de verbalisant de discretionaire bevoegdheid heeft om al dan niet een boete op te leggen, afhankelijk van de omstandigheden. In dit geval was er geen reden om af te wijken van het opleggen van de boete, en de kantonrechter zag geen aanleiding om de boete te matigen. Het beroep van betrokkene werd ongegrond verklaard, en de uitspraak werd in het openbaar gedaan door de kantonrechter, bijgestaan door de griffier.