ECLI:NL:RBNHO:2022:3211

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 februari 2022
Publicatiedatum
12 april 2022
Zaaknummer
9608419 \ WM VERZ 21-1314
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 15 februari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was opgelegd omdat betrokkene als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthield. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde, beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, evenals betrokkene zelf.

Betrokkene betwist de gedraging en heeft in zijn beroepschrift aangegeven dat hij niet bekend is met het voorval. Hij vreest voor een persoonsverwisseling of een onjuiste vaststelling van zijn identiteit. De officier van justitie heeft nagelaten om een aanvullend proces-verbaal op te vragen dat deze twijfels had kunnen wegnemen. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting aangegeven dat zij geen verzoek meer zal doen om dit alsnog te doen.

Gezien de ontstane twijfel over de gedraging heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie de kantonrechter verzocht om het beroep gegrond te verklaren. De kantonrechter heeft dit verzoek gevolgd, het beroep gegrond verklaard en de beschikking waarbij de boete was opgelegd, evenals de beslissing van de officier van justitie, vernietigd. De kantonrechter heeft bepaald dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan hem terugbetaalt. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 9608419 \ WM VERZ 21-1314
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 15 februari 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [woonplaats]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 15 februari 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Uit het zaakoverzicht blijkt dat betrokkene staande is gehouden, maar betrokkene heeft in het beroepschrift aan de officier van justitie reeds aangegeven dat dit voorval hem onbekend voorkomt. Hij vreest voor een persoonsverwisseling, of een onjuiste vaststelling van de identiteit van een andere persoon die is staande gehouden. Deze tegenstrijdigheid had opgehelderd kunnen worden door een aanvullend proces-verbaal van de betreffende verbalisant op te vragen. Dit heeft de officier van justitie nagelaten. De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting aangegeven dat zij in dit stadium van de procedure niet meer zal verzoeken hiertoe alsnog gelegenheid te krijgen. Nu er twijfel is ontstaan of betrokkene de gedraging heeft begaan, heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie de kantonrechter verzocht het beroepschrift gegrond te verklaren. De kantonrechter volgt dit verzoek, zal het beroep gegrond verklaren en bepaalt dat de beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van officier van justitie zullen worden vernietigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: