ECLI:NL:RBNHO:2022:3202

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
31 januari 2022
Publicatiedatum
12 april 2022
Zaaknummer
9479248 \ WM VERZ 21-888
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 31 januari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene. De sanctie was het gevolg van het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden, in strijd met de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). Betrokkene voerde aan dat zij slechts met haar rechterhand de navigatie-app op haar telefoon had geopend om haar route te bepalen, omdat het navigatiesysteem van haar auto niet functioneerde.

De kantonrechter heeft de verklaring van betrokkene in overweging genomen, maar kwam tot de conclusie dat de waarneming van de verbalisant niet in twijfel getrokken kon worden. De rechter oordeelde dat het aannemelijk was dat betrokkene de telefoon daadwerkelijk in handen had genomen, gezien de handelingen die nodig zijn om de navigatie-app te openen. De kantonrechter vond de argumenten van betrokkene niet overtuigend genoeg om de boete te matigen of de beslissing van de officier van justitie te herzien.

Uiteindelijk verklaarde de kantonrechter het beroep ongegrond, wat betekent dat de opgelegde boete terecht was. De uitspraak benadrukt het belang van verkeersveiligheid en de naleving van de regels omtrent het gebruik van mobiele apparaten tijdens het rijden. Betrokkene heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak, mits aan de voorwaarden van de wet wordt voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 9479248 \ WM VERZ 21-888
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 31 januari 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [postcode] [woonplaats]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 31 januari 2022. Op de zitting is geen vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene heeft in het beroepschrift onder meer aangegeven dat haar telefoon standaard in een bakje aan haar rechterhand ligt, en dat zij met de rechterhand de navigatie-app van haar mobiel open klikte zodat zij kon zien waar ze heen moest. Het navigatiescherm van haar auto deed het namelijk ineens niet meer, en ze raakte in paniek.
Betrokkene reeds dus aanvankelijk via het navigatie-systeem van haar auto. Als dat navigatie-systeem dan plots weigert, dan is het onaannemelijk dat navigeren via de telefoon maar één klik op een mobiele telefoon vereist. De telefoon zal immers ingeschakeld moeten worden, waar meestal een code of een duimdruk voor nodig is, de navigatie-app zal moeten worden gestart, en daarna zal de bestemming moeten worden ingegeven en de route worden gestart. In dat licht is het juist aannemelijk dat betrokkene de mobiele telefoon in handen heeft genomen. De lezing van betrokkene zorgt er aldus niet voor dat de kantonrechter gaat twijfelen aan de waarneming van de verbalisant. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: