ECLI:NL:RBNHO:2022:3194
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herhaalde gelegenheid tot zekerheidstelling in bestuursrechtelijke boetezaak
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 31 januari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene. Betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 31 januari 2022 was er geen vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig. Betrokkene heeft aangevoerd dat hij niet in staat is de in artikel 11 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) voorgeschreven zekerheid te betalen. De kantonrechter heeft betrokkene de gelegenheid gegeven om dit nader te motiveren, maar betrokkene is niet verschenen op de zitting.
Omdat betrokkene geen inkomensgegevens heeft verstrekt en niet is verschenen om een toelichting te geven, heeft de kantonrechter geoordeeld dat er geen grond is om de zekerheidstelling te verlagen. De kantonrechter heeft betrokkene nogmaals in de gelegenheid gesteld om de zekerheid te betalen, met een bedrag van € 111,00 dat binnen vier weken na verzending van de uitspraak op de rekening van het Centraal Justitieel Incassobureau moet worden bijgeschreven. Indien betrokkene niet aan deze verplichting voldoet, zal de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaren, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk kan worden beoordeeld.
De uitspraak is gedaan door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. De griffier heeft de uitspraak genoteerd en de datum van toezending is vastgesteld.