ECLI:NL:RBNHO:2022:3178

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 februari 2022
Publicatiedatum
12 april 2022
Zaaknummer
9608158 WM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over de rechtmatigheid van een opgelegde verkeersboete wegens snelheidsovertreding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan op 25 februari 2022 in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het rijden van 24 km per uur boven de toegestane snelheid binnen de bebouwde kom. De betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 18 februari 2022 heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie een schriftelijk standpunt ingenomen, en de betrokkene was ook aanwezig. De kantonrechter heeft de stukken in het dossier bestudeerd, waaronder de verklaring van de verbalisant en een flitsfoto. De kantonrechter oordeelde dat de bewijsstukken voldoende waren om de gedraging vast te stellen. De betrokkene had enkel ontkend ter plaatse te zijn geweest, wat volgens de kantonrechter onvoldoende was om de boete aan te vechten.

De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen reden was om de boete te matigen. Het beroep van de betrokkene werd ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer : 9608158 \ WM VERZ 21-796
CJIB-nummer : 240264892
Uitspraakdatum : 25 februari 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 18 februari 2022. Op de zitting heeft de vertegenwoordiger van de officier van justitie een schriftelijk standpunt ingenomen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 24 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
De gegevens waarop de ambtenaar zich bij de oplegging van de sanctie heeft gebaseerd, zijn opgenomen in het zaakoverzicht. Dit zaakoverzicht bevat de informatie die in de inleidende beschikking is vermeld en daarnaast onder meer de volgende gegevens:
"De werkelijke snelheid stelde ik vast m.b.v. een voor de meting geteste, goedgekeurde en op de voorgeschreven wijze gebruikte snelheidsmeetmiddel.Gemeten (afgelezen) snelheid : 77 km per uur.Werkelijke (gecorrigeerde) snelheid : 74 km per uur.Toegestane snelheid : 50 km per uur.Overschrijding met : 24 km per uur.(…)Soort snelheidsmeetmiddel: Radar
Merk : Jenoptik
type: Multaradar CTMerk van het voertuig: PeugeotType van het voertuig: 206 SW"
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant en de bijgevoegde flitsfoto – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. De enkele ontkenning dat betrokkene ter plaatse was, is ontoereikend. Het ligt op de weg van betrokkene om ter onderbouwing van het verweer concrete feiten of omstandigheden aan te voeren of bewijzen over te leggen, die de stelling dat betrokkene en het bekeurde voertuig niet ter plaatse zijn geweest, aannemelijk maken.
De boete is dus terecht opgelegd. De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Voogd, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: