Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Stienstra Wonen 3 B.V.
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
dagvaarding € 100,32
griffierecht € 1.013,00
salaris gemachtigde € 746,00;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft Stienstra Wonen 3 B.V. (hierna: Stienstra B.V.) een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. De vordering is ingesteld op 2 augustus 2021, waarna [gedaagde] schriftelijk heeft geantwoord en een tegenvordering heeft ingediend. De zitting vond plaats op 11 januari 2022. Stienstra B.V. stelt dat [gedaagde] zich niet als goed huurder gedraagt, omdat hij de huur niet betaalt en het nodige onderhoud aan de woning verhindert. [gedaagde] betwist dit en voert aan dat de woning onbewoonbaar is door gebrek aan onderhoud door Stienstra B.V.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] sinds juli 2018 de huurbetaling heeft gestaakt en slechts € 50,00 per maand heeft betaald. De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde] niet gerechtigd was om de huurbetaling op te schorten, omdat hij zelf heeft verhinderd dat Stienstra B.V. het onderhoud aan de woning kon uitvoeren. De kantonrechter concludeert dat [gedaagde] in schuldeisersverzuim verkeert en dat de vorderingen van Stienstra B.V. gerechtvaardigd zijn. De kantonrechter ontbindt de huurovereenkomst en veroordeelt [gedaagde] tot ontruiming van de woning en betaling van de achterstallige huur.
De kantonrechter wijst de tegenvordering van [gedaagde] af en legt de proceskosten voor rekening van [gedaagde]. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.