Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1] te [woonplaats]
[passagier sub 2], wonende te [woonplaats] (Duitsland)
[passagier sub 3], wonende te [woonplaats]
[passagier sub 4], pro se en in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger voor haar minderjarige kind
[minderjarige]
[passagier sub 5]
[passagier sub 6], wonende te [woonplaats]
[passagier sub 7]
[passagier sub 8]
Stichting Achmea Rechtsbijstand, statutair gevestigd te Tilburg
1.Het procesverloop
2.De vordering in de hoofdzaak
- € 6.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 april 2016, althans vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 847,00 dan wel begroot op € 816,75 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.De vordering en het verweer in het incident
no cure no pay’-regeling gaan. De vervoerder stelt zich om die reden op het standpunt dat EUclaim bij de uitkomst van deze procedure een zodanig eigen belang heeft dat zij mede als procespartij dient te worden aangemerkt.