Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 april 2022 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
op grond van haar medische situatie in de periode van inburgeringsplicht niet gedurende een periode van tenminste drie aaneengesloten maanden buiten staat was geweest om onderwijs te volgen, op grond waarvan verlenging van de inburgeringsperiode kan worden toegekend. Op basis van de informatie beschreven door de huisarts kan niet worden gesteld dat sprake was van dusdanige psychische en/of cognitieve problematiek die maakte dat eiseres op medische gronden belemmerd werd in het volgen van onderwijs gedurende haar inburgeringsperiode’.
op medische gronden wel in staat wordt geacht binnen een termijn van 5 jaar het inburgeringsexamen te halen. Op de thans ter beschikking staande gegevens kan worden bericht dat ze bekend is met psychische klachten en op grond hiervan beperkingen ervaart. Er kan echter niet worden gesproken van een uitbehandelde situatie. Verdere behandeling is voorliggend. Er kan daarmee niet worden gesteld dat zij niet in staat is om het examen op een termijn van 5 jaar te voltooien.’
‘er geen aanleiding is tot een ander advies op basis van de nieuw aangeleverde informatie’. Daarbij geeft de medisch adviseur aan dat geen nieuwe klachten worden genoemd. Bovendien is er geen intensieve behandeling gaande, zodat er geen aanleiding is om op grond van de behandeling aan te nemen dat eiseres niet beschikbaar is voor onderwijs. Voorts geeft de brief van [naam 1] geen beschrijving van het geheel functioneren of informatie over de ernst van de symptomen van ziekte. Het verloop wordt niet duidelijk. Er kan dan ook geen uitspraak gedaan worden dat er geen benutbare mogelijkheden zijn naar aanleiding van de brief. Het ervaren van problemen is niet gelijk te stellen aan onvermogen tot het volgen van onderwijs. Mocht er sprake zijn van een ernstige of wellicht matige verstandelijke beperking dan is het volgen van onderwijs problematisch te beschouwen en wellicht een indicatie voor een ontheffing. Maar inzake de verlenging komt deze informatie dan te laat. Daarnaast is er dan geen tijdelijk onvermogen tot het volgen van onderwijs maar een blijvend onvermogen, aldus de medisch adviseur.
eiseres bekend is met psychische klachten en op grond hiervan beperkingen ervaart’ endat ‘
het ervaren van problemen niet gelijk is te stellen aan onvermogen tot het volgen van onderwijs’. De rechtbank constateert dat dus duidelijk was dat eiseres beperkingen ervaarde, maar dat de vraag of dat invloed had op haar vermogen om onderwijs te volgen - en dus op de mate van verwijtbaarheid - niet is beantwoord. Uit het laatste advies van 21 juni 2021 blijkt dat eiseres niet in staat is aan haar inburgeringsplicht te voldoen omdat zij cognitieve stoornissen heeft en een beperkt leervermogen. Gelet op de eerdere adviezen vindt de rechtbank het aannemelijk dat dit eiseres in de tweede termijn al parten speelde en dat zij ook toen beperkingen had bij het volgen van onderwijs. Dat deze problematiek pas later aan het licht is gekomen door het neurologisch psychologisch onderzoek bij Geriant, neemt niet weg dat verweerder hiermee rekening had moeten houden bij het opleggen van deze boete.
Beslissing
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
a. het aantal uren dat de inburgeringsplichtige heeft deelgenomen aan een inburgeringscursus of een cursus Nederlands als tweede taal bij een instelling met het Blik op Werk keurmerk;
b. het aantal keren dat de inburgeringsplichtige de onderdelen van het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal heeft afgelegd.
c. het aantal onderdelen van het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal dat de inburgeringsplichtige heeft behaald.