ECLI:NL:RBNHO:2022:2994

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 april 2022
Publicatiedatum
6 april 2022
Zaaknummer
9469750
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van overeenkomst en opzegtermijn in het kader van algemene voorwaarden

In deze zaak heeft [eiseres] B.V. een vordering ingesteld tegen Meubelzorg B.V. met betrekking tot een geschil over de opzegging van een overeenkomst voor schoonmaakdiensten. De overeenkomst, die op 29 januari 2021 tot stand kwam, bevatte een opzegtermijn van drie maanden. Meubelzorg heeft op 31 maart 2021 per e-mail de samenwerking opgezegd, met als reden het niet nakomen van afspraken en de kwaliteit van de geleverde diensten. [eiseres] heeft hierop geantwoord dat Meubelzorg zich aan de opzegtermijn moest houden en heeft een factuur gestuurd voor de vergoeding over deze termijn. Meubelzorg heeft de factuur echter niet betaald en betwist de vordering van [eiseres].

De kantonrechter heeft beoordeeld of Meubelzorg de factuur moest betalen. Meubelzorg stelde dat zij de overeenkomst rechtsgeldig had ontbonden vanwege tekortkomingen van [eiseres]. De kantonrechter oordeelde dat de e-mail van Meubelzorg niet als een ontbinding kon worden aangemerkt, maar als een opzegging. Bovendien was er onvoldoende bewijs dat [eiseres] tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst.

Daarnaast heeft de kantonrechter de vraag behandeld of Meubelzorg een opzegtermijn in acht had moeten nemen. De algemene voorwaarden van [eiseres] waren van toepassing, maar Meubelzorg betwistte dat zij hiervan op de hoogte was gesteld. De kantonrechter concludeerde dat [eiseres] niet voldoende had aangetoond dat Meubelzorg kennis had kunnen nemen van de algemene voorwaarden. Hierdoor slaagde het beroep van Meubelzorg op de vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden.

De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] afgewezen en [eiseres] veroordeeld tot betaling van de proceskosten, omdat zij ongelijk kreeg. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9469750 \ CV EXPL 21-4824 (rvk)
Uitspraakdatum: 6 april 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
[eiseres] B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats]
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. M.G. Lodewijk, IP Nederland
tegen
de besloten vennootschap
Meubelzorg B.V.
statutair gevestigd te Alkmaar en gevestigd en kantoorhoudende te Heerhugowaard
gedaagde
verder te noemen: Meubelzorg
gemachtigde: mr. D.M. Schouten-Hennen

1.Het procesverloop

1.1.
[eiseres] heeft bij dagvaarding van 23 september 2021 een vordering tegen Meubelzorg ingesteld. Meubelzorg heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 11 maart 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. Namens [eiseres] zijn verschenen mevrouw [rrr] en de heer [sss] . Namens Meubelzorg is verschenen de heer [ttt] , bijgestaan door mr. W.M. Bond-Stroek als vervanger van bovengenoemde gemachtigde. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De feiten

2.1.
Tussen [eiseres] en Meubelzorg is op 29 januari 2021 een schriftelijke overeenkomst tot stand gekomen waarbij [eiseres] voor Meubelzorg tegen betaling (een bedrag van € 748,- exclusief btw per 4 weken) schoonmaakdiensten zou verrichten. In de overeenkomst staat dat de algemene voorwaarden van [eiseres] van toepassing zijn.
2.2.
Op 31 maart 2021 heeft Meubelzorg in een e-mail aan [eiseres] geschreven dat Meubelzorg ‘per direct de samenwerking wil opzeggen’ met als reden ‘het niet nakomen van afspraken, geen communicatie en de kwaliteit van schoonmaken die onder de maat is’.
2.3.
[eiseres] heeft daarop geantwoord dat zij Meubelzorg aan de opzegtermijn van drie maanden zal houden.
2.4.
[eiseres] heeft vervolgens een factuur van € 2.244,- exclusief btw (€ 2.715,24 inclusief btw) met als omschrijving ‘drie maanden opzegtermijn’ aan Meubelzorg verzonden.
2.5.
Meubelzorg heeft deze factuur niet betaald.

3.De vordering

3.1.
[eiseres] vordert dat de kantonrechter Meubelzorg veroordeelt tot betaling van € 3.180,75.
3.2.
[eiseres] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat op grond van de overeengekomen algemene voorwaarden een opzegtermijn van drie maanden geldt. Meubelzorg is gehouden de factuur betreffende overeengekomen vergoeding over de opzegtermijn (drie maanden) van € 2.715,24 inclusief btw te betalen. Omdat Meubelzorg ook na aanmaningen niet over is gegaan tot betaling, was [eiseres] genoodzaakt haar incassogemachtigde in te schakelen en maakt zij aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten van € 396,52. [eiseres] maakt gelet op het betalingsverzuim ook aanspraak op de wettelijke handelsrente van € 74,99 gerekend tot 23 september 2021.

4.Het verweer

4.1.
Meubelzorg betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat zij de overeenkomst rechtsgeldig buitengerechtelijk heeft ontbonden wegens tekortkomingen in de nakoming van de verbintenissen door [eiseres] . De tekortkomingen rechtvaardigden de ontbinding van de overeenkomst. Meubelzorg was dus niet gehouden een opzegtermijn in acht te nemen, zodat Meubelzorg niets verschuldigd is. Subsidiair doet Meubelzorg een beroep op de vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden omdat deze niet voor of tijdens het sluiten van de overeenkomst ter hand zijn gesteld. Nu er (met terugwerkende kracht) geen algemene voorwaarden op de overeenkomst tussen partijen van toepassing waren en dus ook geen opzegtermijn, kon Meubelzorg de overeenkomst met [eiseres] per direct opzeggen. Ook om die reden is Meubelzorg niets verschuldigd.

5.De beoordeling

5.1.
Beoordeeld moet worden of Meubelzorg de factuur van april 2021 voor de vergoeding over de opzegtermijn van drie maanden moet betalen.
5.2.
Meubelzorg heeft daarover als eerste aangevoerd dat zij de overeenkomst met [eiseres] op 31 maart 2021 per direct heeft ontbonden zodat zij geen vergoeding over de opzegtermijn verschuldigd is. De kantonrechter constateert dat in de e-mail van 31 maart 2021 (productie 2 bij conclusie van antwoord) wordt gesproken over ‘opzeggen’. Aan dit woord kan, gelet op de hoedanigheid van partijen (beroepsmatig en in zakelijk verkeer) niet de betekenis ‘ontbinden’ gegeven worden. Er is dus sprake geweest van een opzegging en niet van een ontbinding en het verweer van Meubelzorg dat zij vanwege de ontbinding van de overeenkomst niets meer verschuldigd is, slaagt dus niet. De kantonrechter merkt ten overvloede op dat, voor zover de e-mail van 31 maart 2021 wel zou kunnen worden aangemerkt als een ontbindingsverklaring, het beroep van Meubelzorg op ontbinding ook niet zou slagen. Voor ontbinding is namelijk vereist dat [eiseres] tekort zou zijn geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Dit heeft Meubelzorg wel gesteld, maar dat is door [eiseres] gemotiveerd betwist. Gelet op deze betwisting was het aan Meubelzorg om haar verwijten te onderbouwen met stukken. Dat heeft Meubelzorg niet gedaan. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat [eiseres] de werkzaamheden naar behoren heeft uitgevoerd.
5.3.
Vervolgens is de vraag Meubelzorg bij haar opzegging een opzegtermijn in acht had behoren te nemen. Op grond van de wet kan de opdrachtgever te allen tijde de overeenkomst opzeggen (artikel 7:408 lid 1 Burgerlijk Wetboek). Van deze hoofdregel kan in een overeenkomst worden afgeweken door een opzegtermijn op te nemen. Die opzegtermijn staat in deze zaak in de algemene voorwaarden. Vaststaat dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn, echter Meubelzorg beroept zich op de vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden omdat haar geen redelijke mogelijkheid is geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. [eiseres] stelt zich op het standpunt dat zij de algemene voorwaarden tegelijkertijd met het toesturen van de offerte als bijlage heeft meegezonden en dat daarom een redelijke mogelijkheid is geboden van de algemene voorwaarden kennis te nemen. Meubelzorg heeft dat betwist; volgens haar zijn er geen algemene voorwaarden meegezonden met de offerte. Gelet op deze betwisting ligt de bewijslast van de gestelde toezending op [eiseres] . Aan bewijslast gaat echter stelplicht vooraf. Partijen dienen, voorafgaand aan eventuele bewijslast hun stellingen te onderbouwen. Een standpunt dat onvoldoende is onderbouwd kan buiten beschouwing worden gelaten. Of een standpunt voldoende is onderbouwd hangt ook af van de vraag hoe onderbouwd het standpunt van de andere partij is. In deze zaak heeft [eiseres] niet meer gesteld dan dat zij de algemene voorwaarden heeft meegestuurd met de offerte. Zij heeft die stelling niet onderbouwd en in de e-mail waarmee de offerte is verzonden is ook niet te zien dat een bijlage is aangehecht. De stelling van [eiseres] dat zij
altijdde algemene voorwaarden meestuurt is onvoldoende. Omdat het standpunt van [eiseres] onvoldoende onderbouwd is, zal daaraan voorbij worden gegaan. Dat betekent dat niet is komen vast te staan dat de algemene voorwaarden voor of tijdens het sluiten van de overeenkomst aan Meubelzorg ter hand zijn gesteld. Er is daarom geen redelijke mogelijkheid geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. Gesteld noch gebleken is dat op een andere wijze de mogelijkheid is geboden kennis te nemen van de algemene voorwaarden. Partijen hebben weliswaar vaker zaken met elkaar gedaan maar ook daarvan heeft [eiseres] onvoldoende onderbouwd dat Meubelzorg kennis heeft kunnen nemen van de algemene voorwaarden. Dat leidt tot de conclusie dat het beroep van Meubelzorg op de vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden slaagt.
5.4.
Meubelzorg kon dus de overeenkomst opzeggen zonder daarbij een opzegtermijn in acht te nemen. De factuur over de opzegtermijn is dus niet verschuldigd.
5.5.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van [eiseres] zal afwijzen.
5.6.
De proceskosten komen voor rekening van [eiseres] , omdat zij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Meubelzorg worden vastgesteld op een bedrag van € 436,- aan salaris van de gemachtigde van Meubelzorg.
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B. Voogd en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter