ECLI:NL:RBNHO:2022:2991

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 april 2022
Publicatiedatum
6 april 2022
Zaaknummer
9554845
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop en non-conformiteit van op maat gemaakte fauteuil

In deze zaak heeft eiseres, een consument, een op maat gemaakte fauteuil gekocht van Meubelzorg B.V. Eiseres stelt dat de fauteuil niet voldoet aan de overeenkomst, omdat de zithoogte te hoog is en de zitdiepte te diep, waardoor haar voeten de grond niet raken. Na het niet kunnen herstellen van de tekortkomingen door Meubelzorg, heeft eiseres de koopovereenkomst ontbonden en vordert zij terugbetaling van de koopprijs. De kantonrechter heeft de vorderingen van eiseres afgewezen, omdat niet is komen vast te staan dat de fauteuil niet aan de overeenkomst voldoet. De kantonrechter oordeelt dat de maatvoering van de fauteuil overeenkomt met wat partijen zijn overeengekomen en dat eiseres niet heeft aangetoond dat de fauteuil niet geschikt is voor haar. De kantonrechter concludeert dat Meubelzorg heeft geleverd wat is overeengekomen en dat de vorderingen van eiseres geen grond bieden voor ontbinding. Eiseres wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9554845 \ CV EXPL 21-5813 (PA)
Uitspraakdatum: 6 april 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [woonplaats]
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigde: ARAG Rechtsbijstand
tegen
de besloten vennootschap
Meubelzorg B.V.
gevestigd te Heerhugowaard
gedaagde
verder te noemen: Meubelzorg
gemachtigde: mr. D.M. Schouten-Hennen
De zaak in het kort
[eiseres] , een consument, heeft een op maat gemaakte fauteuil gekocht van Meubelzorg. Volgens [eiseres] voldoet de fauteuil niet aan de overeenkomst, omdat de zithoogte te hoog is en de zitdiepte te diep waardoor haar voeten niet op de grond komen wanneer zij op de fauteuil zit. Omdat Meubelzorg dit niet heeft kunnen herstellen, heeft [eiseres] de koopovereenkomst ontbonden en wil zij de koopprijs terug. De kantonrechter wijst de vorderingen van [eiseres] af omdat niet is komen vast te staan dat de stoel niet voldoet aan de overeenkomst.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiseres] heeft bij dagvaarding van 19 november 2021 een vordering tegen Meubelzorg ingesteld. Meubelzorg heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een voorwaardelijke tegenvordering ingediend.
1.2.
Op 10 maart 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [eiseres] heeft gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft [eiseres] bij brief van 25 februari 2022 schriftelijk gereageerd in de zaak van de voorwaardelijke tegenvordering en bij brieven van 25 februari 2022 en 28 februari 2022 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] heeft op 17 maart 2021 een fauteuil gekocht in de winkel van Meubelzorg voor een bedrag van € 5.803,00.
2.2.
Op de door partijen ondertekende koopovereenkomst heeft Meubelzorg onder ‘omschrijving gekochte’ ingevuld dat het gaat om een ‘stoel op maat’, met een zitdiepte van 50 cm en een zithoogte van 44 cm. Deze maten zijn bepaald op basis van de afmetingen van [eiseres] .
2.3.
Op 10 mei 2021 is de fauteuil aan [eiseres] geleverd.
2.4.
De door [eiseres] ondertekende afleverbon vermeldt: ‘Klant is akkoord met samenstelling van de stoel en de maatvoering’.
2.5.
Op 14 mei 2021 heeft [eiseres] telefonisch bij Meubelzorg geklaagd over de afmetingen van de fauteuil. Volgens [eiseres] is de fauteuil te diep en te hoog voor haar.
Diezelfde dag zijn medewerkers van Meubelzorg bij [eiseres] geweest om de klachten van [eiseres] te bespreken.
2.6.
Op 19 mei 2021 is [eiseres] naar de winkel van Meubelzorg gegaan, waar in overleg tussen partijen is besloten dat Meubelzorg kosteloos een los lendenkussen zou leveren.
2.7.
Op 25 mei 2021 heeft [eiseres] aan Meubelzorg meegedeeld dat zij bij nader inzien het losse lendenkussen geen acceptabele oplossing vindt en dat zij haar geld terug wil, met het verzoek aan Meubelzorg om de fauteuil te komen ophalen.
2.8.
In een brief van 26 mei 2021 heeft [eiseres] de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden.
2.9.
Vervolgens is er nog gecorrespondeerd tussen partijen, maar dit heeft niet tot een oplossing geleid.

3.De vordering, het verweer en de voorwaardelijke tegenvordering

3.1.
[eiseres] vordert dat de kantonrechter Meubelzorg veroordeelt tot betaling van € 6.607,83.
3.2.
Zij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat de zitting van de fauteuil te diep en te hoog voor haar is, en daarmee niet op haar maat is gemaakt, zodat Meubelzorg niet heeft geleverd wat partijen zijn overeengekomen. [eiseres] heeft de overeenkomst ontbonden en zij vordert terugbetaling van het aankoopbedrag van € 5.803,00. Daarnaast vordert [eiseres] de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten van € 804,83.
3.3.
Meubelzorg betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat de overeenkomst niet rechtsgeldig is ontbonden, omdat de maatvoering van de geleverde fauteuil exact voldoet aan de zitdiepte en zithoogte zoals die bepaald zijn in overleg met [eiseres] en door haar zijn geaccordeerd. Verder is volgens Meubelzorg geen sprake van een tekortkoming van voldoende gewicht om algehele ontbinding van de koopovereenkomst te rechtvaardigen, omdat de fauteuil op maat voor [eiseres] is gemaakt, voor Meubelzorg onverkoopbaar is en [eiseres] redelijke alternatieve oplossingen afwijst. Daarbij komt dat Meubelzorg niet in verzuim is geraakt, omdat zij van [eiseres] geen redelijke termijn heeft gekregen om de tekortkoming weg te nemen.
3.4.
Voor het geval de kantonrechter oordeelt dat [eiseres] de koopovereenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden, vordert Meubelzorg bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter [eiseres] veroordeelt tot betaling van een gebruiksvergoeding van € 100,00 per maand vanaf 10 mei 2021 tot de dag dat de fauteuil aan Meubelzorg zal zijn geretourneerd, althans tot de datum van ontbinding.
3.5.
[eiseres] betwist de tegenvordering en stelt dat zij op 7 juni 2021 de fauteuil verpakt in plastic in haar berging heeft gezet en daarvan sindsdien dus geen gebruik meer heeft gemaakt. In de periode daarvoor heeft [eiseres] de fauteuil nauwelijks gebruikt, omdat deze voor haar ongeschikt is. De fauteuil staat nog steeds verpakt en onbeschadigd in de berging, aldus [eiseres] .

4.De beoordeling

de vordering
Buitengerechtelijke ontbinding
4.1.
De vraag is of [eiseres] de overeenkomst op 26 mei 2021 buitengerechtelijk kon ontbinden. De kantonrechter is van oordeel dat [eiseres] dat recht niet had omdat geen sprake is van een tekortkoming en de stoel voldoet aan de overeenkomst. De kantonrechter licht dit hieronder toe.
Consumentenkoop
4.2.
De kantonrechter stelt allereerst vast dat sprake is van een consumentenkoop. Meubelzorg handelt namelijk in de uitoefening van een bedrijf en [eiseres] is een natuurlijk persoon die met de aankoop niet heeft gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
Wat zijn partijen overeengekomen?
4.3.
Partijen zijn verdeeld over het antwoord op de vraag of de fauteuil dat Meubelzorg aan [eiseres] heeft verkocht en geleverd aan de overeenkomst beantwoordt. [eiseres] stelt dat Meubelzorg niet heeft geleverd wat partijen zijn overeengekomen. Volgens [eiseres] is de zitdiepte te diep en de zithoogte te hoog waardoor haar voeten de grond niet raken wanneer zij op de fauteuil zit. Meubelzorg stelt dat er geen tekortkoming is omdat de fauteuil voldoet aan de maatvoering die met [eiseres] is vastgesteld.
4.4.
De kantonrechter stelt vast dat de maatvoering en de kleur van de fauteuil zoals die op de afleverbon staat, overeenkomt met wat [eiseres] in de winkel heeft besteld, namelijk een fauteuil van het type Brignoles, met een zithoogte van 44 centimeter en een zitdiepte van 50 centimeter. Door [eiseres] is niet gesteld dat de fauteuil niet overeenkomt met wat zij in de winkel heeft besteld. [eiseres] heeft verder niet betwist dat de fauteuil waarin zij heeft gezeten in de showroom in Heerhugowaard, behoudens de breedte, dezelfde maatvoering had als de fauteuil die zij uiteindelijk had besteld. Meubelzorg heeft tot slot onbetwist gesteld dat de maatvoering die aan [eiseres] is geleverd de kleinste maat is die verkrijgbaar is voor het type fauteuil dat [eiseres] wenste. Vast staat dus dat Meubelzorg heeft geleverd wat partijen in de koopovereenkomst zijn overeengekomen.
4.5.
[eiseres] stelt dat zowel de zithoogte als de zitdiepte van de fauteuil niet goed is omdat haar benen “bungelen” als zij op de fauteuil zit. Meubelzorg heeft niet betwist dat de voeten van [eiseres] de grond niet raken als [eiseres] geen hoge hakken draagt. [eiseres] heeft op haar beurt niet gesteld dat zij ook met hoge hakken aan de vloer niet raakt als zij op de fauteuil zit. Desgevraagd ter zitting heeft [eiseres] gezegd dat zij meestal hoge hakken draagt.
Zithoogte
4.6.
Ten aanzien van de zithoogte geldt het volgende. Meubelzorg heeft ter zitting uitvoerig uiteengezet hoe het verkoopgesprek is verlopen. Meubelzorg heeft gesteld dat zij [eiseres] met een meetlat heeft opgemeten, vanaf de grond tot haar knie. Ook heeft Meubelzorg gesteld dat zij aan [eiseres] heeft gevraagd of zij thuis schoenen draagt of niet. Die vraag heeft [eiseres] volgens Meubelzorg bevestigend beantwoord. De vraag of [eiseres] al dan niet geschoeid gebruik ging maken van de fauteuil heeft [eiseres] niet betwist. De kantonrechter stelt dan ook vast dat het dragen van schoenen tijdens het zitten op de fauteuil uitdrukkelijk onderwerp van gesprek is geweest.
4.7.
[eiseres] heeft een lichaamslengte van 1.55 meter, en zij stelt meestal hoge hakken te dragen. Ook in huis. Voor zover [eiseres] , in het kader van haar beroep op non-conformiteit, de stelling ingang wil doen vinden dat haar voeten ook ongeschoeid de vloer zouden moeten raken, rustte naar het oordeel van de kantonrechter op haar ter zake de mededelingsplicht bij het aangaan van de overeenkomst. Dit heeft zij nagelaten. In het licht van het voorgaande is haar stelling dat de fauteuil niet voldoet aan de overeenkomst dan ook onvoldoende onderbouwd.
Zitdiepte
4.8.
Door Meubelzorg is ter zitting onbetwist aangevoerd dat de zitdiepte voor mensen met een lichaamslengte van 1.35 meter 48 centimeter is. De zitdiepte van 50 centimeter, zoals [eiseres] die geleverd heeft gekregen, heeft volgens Meubelzorg als min of meer standaard te gelden voor mensen met een lichaamslengte tussen de 1.50 meter en 1.65 meter. Gelet hierop had het op de weg van [eiseres] gelegen om haar stelling dat haar zitdiepte desondanks te diep c.q. te groot was te onderbouwen, anders dan met de enkele stelling dat dit zo is.
4.9.
[eiseres] heeft nog gesteld dat medewerkers van Meubelzorg en een ergonoom hebben verklaard dat de stoel niet geschikt voor haar zou zijn. De kantonrechter gaat daaraan voorbij, omdat deze personen niet betrokken waren bij de totstandkoming van de overeenkomst.
4.10.
De conclusie is daarom dat Meubelzorg heeft geleverd wat partijen zijn overeengekomen zodat de stellingen van [eiseres] geen grond bieden voor ontbinding. Dit betekent dat de vorderingen van [eiseres] worden afgewezen.
4.11.
De proceskosten komen voor rekening van [eiseres] , omdat zij ongelijk krijgt.
de voorwaardelijke tegenvordering
4.12.
Aan de voorwaardelijk ingestelde tegenvordering komt de kantonrechter niet toe, omdat de voorwaarde waaronder deze is ingesteld niet is vervuld. Nu de voorwaarde waaronder de eis in de zaak van de tegenvordering is ingesteld niet is vervuld, wordt aan een proceskostenveroordeling niet toegekomen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor Meubelzorg worden vastgesteld op een bedrag van € 622,00 aan salaris van de gemachtigde van Meubelzorg.
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.S. Reid en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter