ECLI:NL:RBNHO:2022:2974

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 april 2022
Publicatiedatum
5 april 2022
Zaaknummer
C/15/326424 / KG ZA 22-128
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot gelde making van onroerend goed ex artikel 3:174 BW in kort geding

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 1 april 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser en gedaagde. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.M. Stam, vorderde machtiging om een woning te gelde te maken, gelegen aan [adres 1] in [plaats 1]. Gedaagde is niet verschenen in de procedure. De vordering van eiser is gebaseerd op artikel 3:174 van het Burgerlijk Wetboek, dat de mogelijkheid biedt om onroerend goed te verkopen zonder medewerking van de andere partij, indien deze partij niet meewerkt aan de verkoop. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond is en heeft deze toegewezen. De rechter heeft eiser gemachtigd om de woning te verkopen en de opbrengst te gebruiken voor de aflossing van de hypothecaire lening en service lening bij ABN AMRO. Tevens is bepaald dat de netto-opbrengst van de verkoop aan eiser toekomt, met de voorwaarde dat de helft van deze opbrengst in depot blijft totdat er overeenstemming is bereikt over de verdeling in een bodemprocedure. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/326424 / KG ZA 22-128
Vonnis in kort geding van 1 april 2022
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats 1],
eiser,
advocaat mr. A.M. Stam te [plaats 1],
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats 2],
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 11
  • de mondelinge behandeling van 1 april 2022, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden.
1.2.
Bij de gelegenheid van de mondelinge behandeling zijn verschenen [eiser], bijgestaan door mr. Stam voornoemd.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De vordering

2.1.
[eiser] vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en onder compensatie van proceskosten:
I. [eiser] ex artikel 3:174 BW met uitsluiting van [gedaagde] te machtigen de woning staande en gelegen te [plaats 1], gemeente [gemeente], aan de [adres 1] te gelde te maken (verkoop en levering) en hem met uitsluiting van [gedaagde] te machtigen al het nodige te doen tot levering van voornoemd onroerend goed en aflossing van de daaraan verbonden hypothecaire lening en service lening bij ABN AMRO met contractnummer [rekeningnummer] ter hoogte van € 22.938,63 inclusief rente;
II. subsidiair te bepalen dat het vonnis op de voet van het bepaalde in artikel 3:300 lid 2 BW in de plaats treedt van het deel van de notariële akte van levering, waaruit moet blijken van de wilsverklaring van [gedaagde] dat zij opdracht geeft tot levering van de woning staande en gelegen te [plaats 1], gemeente [gemeente], aan de [adres 1], alsmede dit vonnis in de plaats te laten treden van alle door [gedaagde] te verrichten (rechts)handelingen om de notaris opdracht te geven de opbrengst vooreerst aan te wenden ten behoeve van de aflossing van de hypothecaire lening, betaling van de kosten van de verkopend makelaar en aflossing service lening bij ABN AMRO met contractnummer [rekeningnummer] ter hoogte van € 22.938,63 inclusief rente;
III. te bepalen dat de netto-opbrengst van de verkoop van de woning aan de [adres 1], na voldoening van de hypothecaire verplichtingen, na betaling van de makelaar en na aflossing van de service lening bij ABN AMRO met contractnummer [rekeningnummer] ter hoogte van € 22.938,63 inclusief rente, aan [eiser] toekomt en [eiser] te machtigen om met uitsluiting van [gedaagde] de notaris opdracht te geven om tot uitbetaling van de netto-opbrengst aan [eiser] over te gaan;
subsidiair te bepalen dat de helft van de netto-opbrengst van de verkoop van de woning aan de [adres 1], na voldoening van de hypothecaire verplichtingen, na betaling van de makelaar en na aflossing van de service lening bij ABN AMRO met contractnummer [rekeningnummer] ter hoogte van
€ 22.938,63 inclusief rente, bij de notaris in depot blijft staan totdat in een bodemprocedure de verdeling is vastgesteld en de andere helft aan [eiser] dient te worden uitgekeerd;

3.De beoordeling

3.1.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal met inachtneming van het navolgende worden toegewezen.
3.2.
Omdat in kort geding slechts de wijze van verdeling kan worden gelast, maar niet de verdeling kan worden vastgesteld, zal voor wat betreft de netto-opbrengst van de verkoop van de woning de subsidiaire vordering onder III worden toegewezen, inhoudende dat de notaris de opdracht krijgt om de helft van de netto-opbrengst van de woning, in depot te houden in afwachting van de uitkomst van een nog aanhangig te maken bodemprocedure dan wel overeenstemming is bereikt tussen partijen over de afwikkeling van de gemeenschap die tussen hen bestaat, en de andere helft van de netto-opbrengst aan [eiser] uit te keren.
3.3.
Gelet op de omstandigheid dat partijen gehuwd zijn geweest zullen de proceskosten zo worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
verleent verstek tegen [gedaagde],
4.2.
machtigt [eiser] ex artikel 3:174 BW met uitsluiting van [gedaagde] de woning staande en gelegen te [plaats 1], gemeente [gemeente], aan de [adres 1] te gelde te maken (verkoop en levering) en machtigt [eiser] met uitsluiting van [gedaagde] al het nodige te doen tot levering van voornoemd onroerend goed en aflossing van de daaraan verbonden hypothecaire lening en service lening bij ABN AMRO met contractnummer [rekeningnummer] ter hoogte van € 22.938,63 inclusief rente,
4.3.
bepaalt dat voorzover nodig het vonnis op de voet van het bepaalde in artikel 3:300 lid 2 BW in de plaats treedt van het deel van de notariële akte van levering, waaruit moet blijken van de wilsverklaring van [gedaagde] dat zij opdracht geeft tot levering van de woning staande en gelegen te [plaats 1], gemeente [gemeente], aan de [adres 1], alsmede dit vonnis in de plaats te laten treden van alle door [gedaagde] te verrichten (rechts)handelingen om de notaris opdracht te geven de opbrengst vooreerst aan te wenden ten behoeve van de aflossing van de hypothecaire lening, betaling van de kosten van de verkopend makelaar en aflossing service lening bij ABN AMRO met contractnummer [rekeningnummer] ter hoogte van € 22.938,63 inclusief rente;
4.4.
bepaalt dat de helft van de netto-opbrengst van de verkoop van de woning aan de [adres 1], na voldoening van de hypothecaire verplichtingen, na betaling van de makelaar en na aflossing van de service lening bij ABN AMRO met contractnummer [rekeningnummer] ter hoogte van € 22.938,63 inclusief rente, bij de notaris in depot blijft staan totdat in een bodemprocedure de verdeling is vastgesteld dan wel overeenstemming is bereikt tussen partijen over de afwikkeling van de gemeenschap die tussen hen bestaat en de andere helft van die netto-opbrengst aan [eiser] dient te worden uitgekeerd,
4.5.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H. Schotman en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. de Bert op 1 april 2022. [1]
Als bij dit vonnis de vordering (geheel of gedeeltelijk) is toegewezen, kan de gedaagde partij daartegen in verzet gaan bij de voorzieningenrechter van deze rechtbank binnen vier weken na ofwel de betekening van het vonnis, of het bekend worden met het vonnis, of de tenuitvoerlegging van het vonnis. Het verzet moet worden ingesteld door tussenkomst van een advocaat.
De eisende partij kan bij (geheel of gedeeltelijke) afwijzing van de vordering tegen dit vonnis hoger beroep instellen bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen vier weken na de dag van de uitspraak. Het beroep moet worden ingesteld door tussenkomst van een advocaat.
Als het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, heeft het vonnis al wel geldende werking zolang op het (eventuele) verzet of beroep niet is beslist.

Voetnoten

1.type: 1589