ECLI:NL:RBNHO:2022:2951

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 februari 2022
Publicatiedatum
5 april 2022
Zaaknummer
890336
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie vordering passagier wegens annulering van vlucht en verweer van vervoerder

In deze zaak vordert een passagier compensatie van de vervoerder wegens de annulering van een vlucht van Ibiza naar Amsterdam op 2 maart 2020. De passagier heeft de vervoerder aangeklaagd en stelt dat hij recht heeft op compensatie van € 400,00 op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder heeft de annulering gemotiveerd weersproken en betwist dat de vlucht geannuleerd was, en stelt dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk slechte weersomstandigheden op de luchthaven van Ibiza.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagier onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn vordering te onderbouwen. De passagier heeft in zijn dagvaarding zowel over annulering als vertraging gesproken, wat tot verwarring leidde over de basis van zijn vordering. De vervoerder heeft aangetoond dat de vlucht niet geannuleerd was, maar vertraagd is uitgevoerd. De kantonrechter oordeelt dat de passagier niet voldoende heeft aangetoond dat hij met meer dan drie uur vertraging op zijn eindbestemming is aangekomen.

Uiteindelijk wijst de kantonrechter de vordering van de passagier af en veroordeelt hem tot betaling van de proceskosten. De proceskosten worden vastgesteld op € 150,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder, plus € 37,50 aan nakosten, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8903366 \ CV EXPL 20-10115
Uitspraakdatum: 23 februari 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[de passagier], wonende te [woonplaats]
eiseres
hierna te noemen: de passagier
gemachtigde: Yource B.V.
procesgemachtigde: Verdex B.V.
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht, Transavia
gevestigd te Schiphol
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. M Reevers

1.Het procesverloop

1.1.
De passagier heeft bij dagvaarding van 16 oktober vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De passagier heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven. De passagier heeft, hoewel hiertoe in de gelegenheid gesteld, geen akte meer genomen.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagier diende te vervoeren van Ibiza Airport (Spanje) naar Amsterdam Schiphol Airport op 2 maart 2020, hierna: de vlucht.
2.2.
De passagier heeft compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.3.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.De vordering

3.1.
De passagier vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 400,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 90,75 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten.
3.2.
De passagier heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat de vervoerder vanwege de annulering van de vlucht gehouden is de passagier te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00.

4.Het verweer

4.1.
De vervoerder betwist de vordering. Hij voert primair aan dat de vlucht niet geannuleerd is. Voorts voert de vervoerder aan dat de vertraging van de vlucht het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen hadden kunnen worden. De luchthaven van Ibiza had op 2 maart 2020 te kampen met aanhoudende slechte weersomstandigheden in de vorm van hevige wind en windschering. Tevens was de wind wisselend in richting, waardoor opstijgen en landen zeer gevaarlijk kan zijn. De gezagvoerder heeft, in het kader van de vliegveiligheid, besloten om het vertrek uit te stellen.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
5.2.
In de dagvaarding stelt de passagier eerst dat zij vertraging heeft opgelopen op de vlucht van Amsterdam-Schiphol Airport naar Ibiza Airport. Vervolgens stelt de passagier dat hij als gevolg van de annulering met meer dan drie uur is vertraagd en vordert de passagier, omdat de vervoerder de vlucht heeft geannuleerd, compensatie. De passagier stelt vervolgens bij repliek dat de vlucht is geannuleerd zonder dat sprake was van een bijzondere omstandigheid. Doordat de passagier zowel over annulering als over vertraging spreekt, blijft het onduidelijk of de passagier compensatie vordert op grond van annulering of op grond van vertraging van de vlucht. Het had, mede gelet op bovenstaande, op de weg van de passagier gelegen om hier helderheid over te verschaffen, alsmede te stellen hoe laat zij op haar eindbestemming is aangekomen.
5.3.
De vervoerder heeft de annulering van de vlucht gemotiveerd weersproken. De vervoerder voert aan dat de vlucht vertraagd is uitgevoerd. Het toestel is vanwege aanhoudend slecht weer om 19:12 uur lokale tijd vertrokken vanuit Ibiza, en om 21:41 uur lokale tijd in Amsterdam geland. Ter onderbouwing hiervan heeft de vervoerder onder andere de ‘Flightviewer’ en ‘Aircraft Flight Log’ overgelegd. De vervoerder heeft naar het oordeel van de kantonrechter hiermee voldoende aannemelijk gemaakt dat de vlucht niet is geannuleerd.
5.4.
Voor zover de passagier compensatie heeft willen vorderen op grond van vertraging, had het op de weg van de passagier gelegen om dit nader te onderbouwen. Weliswaar heeft de passagier een vluchtschema overgelegd, maar onduidelijk is of passagier van dat vluchtschema gebruik heeft gemaakt. Onduidelijk is dan ook wat het alternatieve vluchtschema van de passagier is geweest en met hoeveel vertraging hij op de eindbestemming is aangekomen. De passagier heeft naar het oordeel van de kantonrechter dan ook onvoldoende gesteld dat zij met meer dan 3 uur vertraging op haar eindbestemming is aangekomen. De vordering zal worden afgewezen.
5.5.
De proceskosten komen voor rekening de passagier, omdat deze ongelijk krijgt. De gevorderde rente is toewijsbaar met ingang van de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.
5.6.
Ook de nakosten komen voor rekening van de passagier, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 150,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder;
en veroordeelt de passagier tot betaling van € 37,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
6.3.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de proceskostenveroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter