Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 februari 2022 met 10 producties van de Parochie c.s.;
- de door de Parochie c.s. op 15 maart 2022 in het geding gebrachte aanvullende producties 11 en 12;
- de mondelinge behandeling van 29 maart 2022, waarbij [gedaagde] niet is verschenen.
2.De beoordeling
- rekening en verantwoording af te leggen en inzage te geven in de kas, de boeken en bewijsstukken omtrent de door hem voor de Parochie ontvangen bedragen en gedane uitgaven over het kalenderjaar 2019 en 2020 en de periode 1 januari tot en met 9 maart 2021;
- de bijgewerkte en geordende administratie inclusief alle onderliggende bescheiden van de Parochie betreffende de periode 2007 tot en met 9 maart 2021 en eventuele nadien ontvangen stukken af te geven aan zijn opvolger in het bestuur op het aan hem in productie 12 bij de dagvaarding opgegeven adres;
- een reactie te geven op de afkeuring door het bisdom van de rekening en verantwoording 2018 als weergegeven in de brief van 20 april 2020 (productie 1 bij de dagvaarding);
- een bedrag van € 15.909,00 (vijftienduizend negenhonderdnegen euro) te betalen of zoveel minder als zal blijken uit een door [gedaagde] binnen die termijn af te leggen deugdelijke rekening en verantwoording van deze post, zoals gespecificeerd in productie 8 bij de dagvaarding, dit te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 januari 2016 tot aan de dag der voldoening;
656,00
3.De beslissing
- rekening en verantwoording af te leggen en inzage te geven in de kas, de boeken en bewijsstukken omtrent de door hem voor de Parochie ontvangen bedragen en gedane uitgaven over het kalenderjaar 2019 en 2020 en de periode 1 januari tot en met 9 maart 2021;
- de bijgewerkte en geordende administratie inclusief alle onderliggende bescheiden van de Parochie betreffende de periode 2007 tot en met 9 maart 2021 en eventuele nadien ontvangen stukken af te geven aan zijn opvolger in het bestuur op het aan hem in productie 12 bij de dagvaarding van het eerdere kort geding opgegeven adres;
- een reactie te geven op de afkeuring door het bisdom van de rekening en verantwoording 2018 als weergegeven in de brief van 20 april 2020 (productie 1 bij de dagvaarding van het eerdere kort geding);
per dag(tarief voor de eerste 20 dagen) resp. € 1.000
per dag(tarief voor de tweede 20 dagen) resp. € 1.500
per dag(tarief na 40 dagen) voor iedere dag dat [gedaagde] na ommekomst van genoemde termijn en na betekening van het vonnis met een of meer van de hiervoor genoemde verplichtingen in gebreke blijft, tot een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van € 75.000,00;