Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Beschikking van de kantonrechter
procedure
- het verzoek met bijlagen, ter griffie ingekomen op 24 december 2021;
- het verweer van de huidige bewindvoerder, ter griffie ingekomen op
- een aanvulling op het verweer, ter griffie ingekomen op 20 januari 2022;
- een aanvulling op het verweer, ter griffie ingekomen op 24 januari 2022;
- de reactie van verzoeker op het verweer, ter griffie ingekomen op 3 februari 2022;
- een bereidverklaring van de voorgestelde bewindvoerder.
beoordeling
31 december 2020 is gestegen naar € 111.573,49. Gelet op de afgelegde verklaringen is het aannemelijk dat de inwonende zoon van [verzoekster] thans het obstakel is voor een schuldhulpverleningstraject. Echter, niet voldoende duidelijk is geworden waarom er vóórdat de zoon bij [verzoekster] kwam wonen ook geen schuldhulpverleningstraject is gestart. De VAO voert daaromtrent aan dat [verzoekster] dat destijds niet wilde. Deze stelling is echter niet met stukken onderbouwd, hetgeen wel op de weg van De VAO ligt.
beslissing
- ontslaat, met ingang van twee weken na heden, als bewindvoerder:
- benoemt, met ingang van twee weken na heden, tot bewindvoerder:
- verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub b van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
- stelt de beloning van de bewindvoerder voor de aanvangswerkzaamheden vast op een bedrag van € 586,00 (exclusief btw);
- stelt de beloning van de ontslagen bewindvoerder voor het opmaken van de eindrekening en verantwoording vast op een bedrag van € 220,00 (exclusief btw).