ECLI:NL:RBNHO:2022:2762
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een omvangrijk Wob-verzoek
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 31 maart 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening, ingediend door een verzoeker tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder. Het verzoek was gericht op het treffen van een voorlopige voorziening in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), waarbij de verzoeker informatie had aangevraagd die in delen openbaar zou worden gemaakt. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang was aangetoond.
De verzoeker had eerder een Wob-verzoek ingediend, waarop het college had besloten om de gevraagde informatie in delen openbaar te maken, met een maximum van 1.500 pagina's per twee maanden. Na het bestreden besluit van 12 oktober 2021, waarin het bezwaar van de verzoeker ongegrond werd verklaard, heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 17 februari 2022 was de verzoeker niet aanwezig, maar de gemachtigde van de verweerder was wel aanwezig.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de verzoeker niet voldoende had aangetoond dat er sprake was van een spoedeisend belang. De verzoeker had gesteld dat onmiddellijke openbaarmaking van de informatie nodig was om een onrechtmatige veiling van kunstwerken uit het Rob Scholte Museum te voorkomen. Echter, de voorzieningenrechter vond het niet duidelijk waarom de onmiddellijke openbaarmaking de veiling zou kunnen voorkomen, vooral omdat de veiling nog niet was aangezegd. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat er sprake was van spoedeisend belang en heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.