Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 april 2022 in de zaak tussen
[eiser 1] en [eiser 2] , uit [woonplaats] , eisers
[derde partij 1] en [derde partij 2] ,te [woonplaats]
Rechtbank Noord-Holland
Op 1 april 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen eisers, vertegenwoordigd door mr. J. Schmidt-Lo Fo Wong, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stede Broec, vertegenwoordigd door mr. M. Brieffies en A. Olij. De zaak betreft een handhavingsverzoek van eisers met betrekking tot bloempotten die op het trottoir staan en die volgens hen leiden tot hinder en schade aan hun woning. In het primaire besluit van 15 februari 2021 heeft verweerder de derde partijen gelast om de bloempotten te verwijderen. Dit besluit werd in het bestreden besluit van 17 juni 2021 herroepen, waarbij verweerder stelde dat de hinder niet door de bloempotten, maar door foutief geparkeerde auto’s werd veroorzaakt.
De rechtbank heeft het beroep van eisers op 14 februari 2022 behandeld. Tijdens de zitting is naar voren gekomen dat de bloempotten de doorgang op de straat belemmeren, wat leidt tot schade aan de woning van eisers. De rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het belang van het behouden van de stoep als bufferzone zwaarder weegt dan het belang van eisers om schade aan hun woning te voorkomen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op een nieuw besluit te nemen op het bezwaar, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eisers.