ECLI:NL:RBNHO:2022:2746
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluitvorming en dwangsom in Wob-verzoek tegen gemeente Edam-Volendam
In deze zaak heeft eiser op 6 december 2021 een verzoek om informatie ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Edam-Volendam. Eiser heeft op 31 januari 2022 beroep ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit op zijn verzoek, aangezien verweerder niet binnen de wettelijke termijn van vier weken had beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder, ondanks herhaalde verzoeken, geen besluit heeft genomen en ook geen verweerschrift heeft ingediend.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de zaak niet voor een zitting hoeft te worden behandeld, omdat dit op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet nodig is. De rechtbank heeft overwogen dat als een bestuursorgaan niet tijdig beslist, de betrokkene in beroep kan gaan, mits hij het bestuursorgaan eerst in gebreke heeft gesteld. Eiser heeft dit gedaan op 14 januari 2022, waarna de termijn van twee weken is verstreken zonder dat er een besluit is genomen.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen op het Wob-verzoek. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Het beroep is gegrond verklaard, en verweerder moet het betaalde griffierecht van € 184,- aan eiser vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. E. Jochem, rechter, en is openbaar uitgesproken.