Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
Deze erfgrens heeft altijd zo gelopen ook in de tijd dat ik eigenaar was van de [adres 2] . Ik heb in de tijd dat ik eigenaar was ook de bomensingel laten aanplanten langs deze erfgrens. De boom op de achterkant tussen de percelen heeft naar mijn weten altijd toebehoort aan perceel [adres 1].” De kantonrechter heeft, anders dan [eiser] betoogt, geen reden om aan de juistheid of betrouwbaarheid van deze verklaring te twijfelen. Dat de verklaring ongedateerd is, is daarvoor onvoldoende. De verklaring is duidelijk en specifiek en wordt gedeeltelijk bevestigd door de schriftelijke verklaring van de rechtsvoorganger van [gedaagden] , de heer [yyy] . Hij verklaart (samengevat) dat in de tijd dat hij het perceel in zijn bezit had er tussen [adres 1] en [adres 2] van [xxx] een schapenhek geplaatst was, dat dit inmiddels is vervangen door een hoger hek op dezelfde plaats en dat de elzenboom op de achterzijde van het perceel in die tijd al op zijn grond stond. Hij weet dat nog omdat zijn kinderen hierin speelden.