ECLI:NL:RBNHO:2022:2685

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 maart 2022
Publicatiedatum
29 maart 2022
Zaaknummer
9471243
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van parkeerkosten en schadevergoeding na vermeend 'treintje rijden' op parkeerterrein

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Parkeerbeheer IJmuiden aan Zee B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die op 22 mei 2021 het parkeerterrein aan de Kennemerboulevard te IJmuiden zou hebben verlaten door middel van 'treintje rijden'. Dit houdt in dat de gedaagde zonder te betalen het terrein verliet door direct achter een voorganger aan te rijden. Parkeerbeheer IJmuiden vorderde betaling van € 366,45, bestaande uit het tarief voor een verloren parkeerkaart, een aanvullende schadevergoeding en buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde een parkeerovereenkomst heeft gesloten door het binnenrijden van de parkeeraccommodatie. De kern van het geschil was of de gedaagde daadwerkelijk het parkeerterrein door middel van 'treintje rijden' heeft verlaten. De gedaagde betwistte dit en voerde aan dat hij contant had betaald voor zijn parkeerkaart bij de receptie van het hotel, maar de kwitantie niet had bewaard. Hij verzocht om videobeelden ter ondersteuning van zijn verhaal, maar deze waren niet meer beschikbaar.

De kantonrechter oordeelde dat Parkeerbeheer IJmuiden niet voldoende bewijs had geleverd dat de gedaagde het parkeerterrein onrechtmatig had verlaten. De rechter concludeerde dat niet was komen vast te staan dat de gedaagde door middel van 'treintje rijden' het parkeerterrein had verlaten, en wees de vordering van Parkeerbeheer IJmuiden af. Tevens werden de proceskosten voor rekening van Parkeerbeheer IJmuiden gesteld, omdat zij ongelijk kreeg in deze zaak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9471243 \ CV EXPL 21-6683
Uitspraakdatum: 2 maart 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Parkeerbeheer IJmuiden aan Zee B.V.
gevestigd te IJmuiden
eiseres
verder te noemen: Parkeerbeheer IJmuiden
gemachtigde: mr. O.J. Boeder
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Parkeerbeheer IJmuiden heeft bij dagvaarding van 28 september 2021 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Parkeerbeheer IJmuiden heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
Parkeerbeheer IJmuiden beheert het parkeerterrein aan de Kennemerboulevard te IJmuiden, hierna: het parkeerterrein.
2.2.
Bij de uitgang van het parkeerterrein is een bord zichtbaar met vermelding van het boetebedrag van € 300,00 in het geval er sprake is van “meetreinen”.
2.3.
[gedaagde] heeft op 22 mei 2021 met zijn voertuig (kenteken [kenteken] ) het parkeertermijn verlaten door achter een voorganger aan te rijden.
2.4.
Parkeerbeheer IJmuiden kent een systeem van kentekenherkenning.
2.5.
Een parkeerkaart die wordt gekocht bij het hotel heeft geen kentekenherkenning.
2.6.
In de algemene voorwaarden van Parkeerbeheer IJmuiden staat onder andere:
“5.5 Het met een Motorvoertuig verlaten van de Parkeerfaciliteit zonder gebruikmaking van een geldig, door Parkeerbeheer IJmuiden aan Zee geaccepteerd Parkeerbewijs is onder geen beding toegestaan.’
5.6
In geval van verlies of het ontbreken van het Parkeerbewijs, is de Parkeerder het door Parkeerbeheer IJmuiden aan Zee voor de betreffende Parkeerfaciliteit vastgestelde tarief “verloren kaart” zoals vermeld bij de inrit van de Parkeerfaciliteit verschuldigd. De Parkeerder dient dit bedrag vóór het verlaten van de Parkeerfaciliteit te voldoen. Het hiervoor genoemde tarief “verloren kaart” laat onverlet het recht van Parkeerbeheer IJmuiden aan Zee om de Parkeerder het werkelijke Parkeergeld in rekening te brengen mocht dat hoger zijn dan het tarief “verloren kaart”(…).
5.7
Het zonder voorafgaande betaling van het verschuldigde Parkeergeld met het Motorvoertuig verlaten van de Parkeerfaciliteit bijvoorbeeld door middel van het zogenoemde “treintje rijden” waarbij de Klant direct achter zijn voorganger onder de slagboom doorrijdt, is onder geen beding toegestaan.
5.8
Indien Parkeerbeheer IJmuiden aan Zee een gebruik van de Parkeerfaciliteit in strijd met het bepaalde in artikel 5.5 of 5.7 van deze Voorwaarden constateert, is de Klant het door Parkeerbeheer IJmuiden aan Zee voor de betreffende Parkeerfaciliteit vastgestelde tarief “verloren kaart” zoals vermeld bij de inrit van de Parkeerfaciliteit verschuldigd, vermeerderd met een bedrag aan aanvullende schadevergoeding ad € 300,00 (incl. BTW prijspeil 2020) (…).”

3.De vordering

3.1.
Parkeerbeheer IJmuiden vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 366,45 ter voldoening van het tarief verloren kaart, de aanvullende schadevergoeding en de buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 september 2021 en de proceskosten.
3.2.
Parkeerbeheer IJmuiden legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst, doordat [gedaagde] zich schuldig heeft gemaakt aan ‘treintje rijden’ en het parkeerterrein zonder te betalen heeft verlaten op 22 mei 2021.
3.3.
[gedaagde] betwist de vordering (gedeeltelijk). Op het verweer van [gedaagde] wordt – voor zover van belang – bij de beoordeling nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Vaststaat dat [gedaagde] door het binnenrijden van de parkeeraccommodatie een parkeerovereenkomst heeft gesloten met Parkeerbeheer IJmuiden.
4.2.
In geschil is of [gedaagde] het parkeerterrein door middel van ‘treintje rijden’ heeft verlaten. Daarvan is sprake wanneer, zonder te betalen, het parkeerterrein wordt verlaten door vlak achter een voorganger aan te rijden.
4.3.
[gedaagde] voert aan dat sprake is van een misverstand. [gedaagde] heeft, omdat hij geen pinpas bij zich had, contant betaald voor zijn parkeerkaart bij de receptie van het hotel. De kwitantie heeft hij niet bewaard. [gedaagde] heeft bij e-mail van 5 juni 2021 zijn kant van het verhaal naar Parkeerbeheer IJmuiden gestuurd. Door [gedaagde] is verzocht om de videobeelden van het hotel die zijn verhaal bevestigen toe te sturen, maar aangezien de videobeelden volgens Parkeerbeheer IJmuiden slechts één week worden bewaard, is dit niet mogelijk.
4.4.
[gedaagde] stelt voorts weliswaar achter de voorgaande auto aan het parkeerterrein te hebben verlaten terwijl de slagboom nog open was, maar verkeerde in de veronderstelling, zoals normaliter het geval is, dat de kentekenplaat gescand werd en dat hij niet hoefde te wachten totdat de slagboom weer sloot (en vervolgens weer zou openen). Parkeerbeheer IJmuiden licht toe dat wanneer een parkeerkaart wordt gekocht het systeem van kentekenherkenning niet werkt. De kentekenherkenning is gekoppeld aan de kaart die uit de machine wordt getrokken als de auto voor de slagboom staat, waarna het kenteken wordt gekoppeld aan de parkeerkaart. De vraag die zich thans voordoet is of [gedaagde] hiervan op de hoogte had moeten zijn. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] bij de receptie van het hotel erop is gewezen dat wanneer een parkeerkaart bij het hotel wordt gekocht het systeem van kentekenherkenning niet werkt. [gedaagde] stelt verder zich er niet van bewust te zijn dat, zoals door Parkeerbeheer IJmuiden is aangegeven, de kentekenherkenning niet werkt als er dicht op de voorganger wordt gereden, omdat de computer dan geen gelegenheid heeft om het kenteken te scannen. Onduidelijk is gebleven of bijvoorbeeld bij het uitrijden wordt aangegeven welke afstand er minimaal tussen twee auto’s gehouden moet worden om te voorkomen dat het systeem van kentekenherkenning niet werkt. Uit de door Parkeerbeheer IJmuiden overgelegde foto is naar het oordeel van de kantonrechter ook niet (duidelijk) op te maken dat de auto van [gedaagde] zeer kort achter de auto voor hem het parkeerterrein verlaat.
4.5.
Gebleken is dat [gedaagde] vanaf begin af aan telkens hetzelfde verweer heeft gevoerd. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Parkeerbeheer IJmuiden de gang van zaken, zoals door [gedaagde] is geschetst, niet (voldoende) kunnen ontkrachten. De kantonrechter gaat dan ook uit van het feitencomplex zoals dit door [gedaagde] is aangegeven. Het vorenstaande betekent dat niet is komen vast te staan dat [gedaagde] door middel van ‘treintje rijden’ het parkeerterrein heeft verlaten, zodat de vordering van Parkeerbeheer IJmuiden zal worden afgewezen.
4.6.
De proceskosten komen voor rekening van Parkeerbeheer IJmuiden, omdat zij ongelijk krijgt.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vordering van Parkeerbeheer IJmuiden af;
3.2.
veroordeelt Parkeerbeheer IJmuiden tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [gedaagde] worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter