ECLI:NL:RBNHO:2022:2684

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 maart 2022
Publicatiedatum
29 maart 2022
Zaaknummer
9547347 \ BM VERZ 21-2796
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot opheffing van bewind wegens aanhoudende problematische schulden en eerdere mislukte pogingen tot zelfstandige ondernemerschap

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 25 maart 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot opheffing van een bewind dat op 16 september 2020 was ingesteld. De verzoeker, hierna betrokkene genoemd, heeft het verzoek ingediend omdat hij als zzp-er aan de slag wil als timmerman. Hij stelt dat bewindvoering en het hebben van een eigen onderneming niet samen kunnen en dat hij na opheffing van het bewind zijn schulden zelf zal aflossen. Betrokkene heeft aangegeven dat hij begeleiding heeft van 123Moos en een budgetbeheerder heeft gevonden die hem zal ondersteunen bij het beheer van zijn financiën.

De bewindvoerder heeft echter verweer gevoerd en aangegeven dat er nog steeds sprake is van problematische schulden, waaronder beslag op de uitkering van betrokkene. De bewindvoerder heeft betoogd dat budgetbeheer niet voldoende is en dat betrokkene beter in loondienst kan werken, gezien de huidige werkgelegenheid in de bouwsector. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 maart 2022 is de situatie verder besproken.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de gronden voor de onderbewindstelling nog steeds aanwezig zijn. Ondanks de plannen van betrokkene om als zzp-er te werken, is er onvoldoende onderbouwing dat de situatie ten opzichte van het eerdere verzoek tot onderbewindstelling is veranderd. De kantonrechter heeft daarom het verzoek tot opheffing van het bewind afgewezen, met inachtneming van de eerdere mislukte pogingen van betrokkene om zelfstandig te ondernemen en de aanhoudende problematische schulden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer: 9547347 \ BM VERZ 21-2796 GS
Uitspraakdatum: 25 maart 2022

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
[verzoeker] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene,
van wie de bewindvoerder is:
H.R. Roorda-Muijs en R. Roorda, h.o.d.n. Roorda Bewindvoering,
gevestigd te Purmerend.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoek met bijlagen, ter griffie ingekomen op 17 november 2021;
  • het verweer van de bewindvoerder, ingekomen op 3 januari 2022;
  • de reactie van betrokkene, ingekomen op 27 januari 2022.
Op 14 maart 2022 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden.

beoordeling

Het verzoek strekt tot opheffing van het bij beschikking van 16 september 2020 ingestelde bewind over de goederen die aan betrokkene (zullen) toebehoren.
Betrokkene heeft het verzoek, zakelijk weergegeven, als volgt toegelicht. Hij kan als zzp-er aan de slag als timmerman. Omdat bewindvoering en een eigen onderneming niet samen kunnen moet het bewind worden opgeheven. Betrokkene zal na opheffing van het bewind de schulden zelf aflossen. Hij krijgt begeleiding van 123Moos en heeft een budgetbeheerder gevonden die hem zal ondersteunen bij het beheer van zijn financiën. Een boekhouder zal de administratie van zijn onderneming op zich nemen.
De bewindvoerder heeft, zakelijk weergegeven, verklaard dat nog sprake is van problematische schulden. Er ligt beslag op de uitkering. De beslagvrije voet moet in de gaten gehouden worden. Er kan bankbeslag worden gelegd op de (bedrijfs)rekening. Budgetbeheer lijkt daarom niet voldoende. Met betrokkene is diverse malen besproken dat hij ook in loondienst aan de slag kan. Er is momenteel genoeg werk in de bouwsector.
De kantonrechter overweegt als volgt. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat sprake is van problematische schulden en dat de goederen van betrokkene eerder ook onder bewind hebben gestaan. Dat bewind is opgeheven omdat betrokkene schuldenvrij was en als zzp-er ging werken. Op 16 september heeft betrokkene opnieuw
onderbewindstelling verzocht omdat weer sprake was van problematische schulden. Hij kreeg toen ook begeleiding van 123Moos. Betrokkene heeft naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende onderbouwd waarom nu sprake is van een andere situatie dan ten tijde van het verzoek tot onderbewindstelling. De enige omstandigheid dat betrokkene een budgetbeheerder zal inschakelen als het bewind wordt opgeheven is daartoe onvoldoende, omdat budgetbeheer vrijblijvend is en de financiën daarbij niet volledig uit handen worden genomen. De kantonrechter zal het verzoek tot opheffing van het bewind daarom afwijzen. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat het al een keer eerder mis is gegaan en nog sprake is van problematische schulden.

beslissing

De kantonrechter wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.T. Goossens, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter