ECLI:NL:RBNHO:2022:2663

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 maart 2022
Publicatiedatum
28 maart 2022
Zaaknummer
9410545
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor herstelkosten na rookontwikkeling in woning

In deze zaak hebben eisers, [eiser] en [eiseres], een vordering ingesteld tegen gedaagde, [gedaagde], met betrekking tot herstelkosten na rookontwikkeling in hun woning. De eisers hebben op 17 mei 2017 de woning van gedaagde gekocht. Op 19 oktober 2020 ontstond er ernstige rookontwikkeling rondom de open haard, wat leidde tot inschakeling van de brandweer. De brandweer ontdekte dat delen van de schoorsteenpijp niet met elkaar verbonden waren en dat er bouwstempels ter ondersteuning van een balk aanwezig waren, wat een onveilige situatie opleverde. Eisers hebben herstelwerkzaamheden uitgevoerd, waarvan de kosten door hun verzekeraar zijn vergoed. Gedaagde erkent geen aansprakelijkheid voor de herstelkosten en betwist de vordering van eisers. De kantonrechter heeft geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat eisers schade hebben geleden die niet door hun verzekeraar is vergoed. De vordering van eisers wordt afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door kantonrechter A.E. Merkus op 9 maart 2022.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 9410545 \ CV EXPL 21-4296 (AM/WT)
Uitspraakdatum: 9 maart 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
1.- [eiser]en
2.- [eiseres]
wonende te [woonplaats 1]
eisers
verder te noemen: [eiser] en/of [eiseres]
gemachtigde: mr. N. van Holland (SilverPulse TPA Services)
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats 2]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. M. Heimensem, advocaat
De zaak in het kort
De zaak gaat over de vraag of [gedaagde] de schade moet vergoeden die [eiser] en [eiseres] hebben geleden. De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat [eiser] en [eiseres] schade hebben geleden die niet door hun verzekeraar is vergoed. De vordering van [eiser] en [eiseres] wordt dan ook afgewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] en [eiseres] hebben bij dagvaarding van 2 augustus 2021 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 14 februari 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. [eiser] en [eiseres] zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. [gedaagde] is verschenen vergezeld van zijn partner [xxx] en bijgestaan door zijn gemachtigde. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Beide gemachtigden hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting heeft de gemachtigde van [eiser] en [eiseres] bij e-mail van 13 januari 2022 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[eiser] en [eiseres] hebben op 17 mei 2017 van [gedaagde] de woning aan de [adres] te [plaats] gekocht.
2.2.
Op 19 oktober 2020 ontstond (ernstige) rookontwikkeling rondom de open haard in de woonkamer van [eiser] en [eiseres] . [eiser] en [eiseres] hebben de brandweer ingeschakeld.
2.3.
Om de oorzaak van de rookontwikkeling te achterhalen heeft de brandweer de schouw van de open haard gedeeltelijk opengebroken. Daarbij is geconstateerd dat twee delen van de schoorsteenpijp niet met elkaar verbonden waren en dat er twee bouwstempels stonden ter ondersteuning van een balk van de vloer van de bovenverdieping.
2.4.
[eiser] en [eiseres] hebben hun verzekeraar (Univé) ingeschakeld en herstelwerkzaamheden uitgevoerd dan wel laten uitvoeren. Deze herstelkosten zijn door [eiser] en [eiseres] begroot op € 3.818,11.
2.5.
Bij brief van 22 december 2020 hebben [eiser] en [eiseres] [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor deze herstelkosten.
2.6.
[gedaagde] erkent geen aansprakelijkheid en weigert de herstelkosten te betalen.
2.7.
In een e-mail van 7 januari 2022 van Univé aan [eiseres] is onder meer het volgende opgenomen:
(…) Wij hebben de drie genoemde onderdelen in de brief van de heer [yyy] te weten:
- Herstel rookkanaal
  • Opmetselen van de muur om de balken (constructie) te laten rusten op metselwerk i.p.v. bouwstempels
  • Herstellen voorzetwand waar deze constructie achter schuil ging
destijds volledig mee laten nemen in het herstel via de aannemer. Er zijn geen aftrekposten door ons gedaan op genoemde constructies omdat wij een en ander moeten laten herstellen volgens de wet en regelgeving. De genoemde onderdelen moesten door de brand gesloopt worden en opnieuw opgebouwd. De klant heeft hier in principe geen eigen kosten aan gehad waar wij van weten. (…)

3.De vordering

3.1.
[eiser] en [eiseres] vorderen dat de kantonrechter voor recht verklaart dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de ontstane schade en verder [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 4.431,35. Dit bedrag is opgebouwd uit een hoofdsom van € 3.818,11 en een bedrag aan buitengerechtelijke kosten van € 613,24. Ook vorderen [eiser] en [eiseres] wettelijke rente over voornoemde bedragen en veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, met wettelijke rente over deze kosten en de nakosten.
3.2.
[eiser] en [eiseres] leggen aan de vordering ten grondslag – kort en zakelijk weergegeven – dat [gedaagde] tekort schiet in de nakoming van de koopovereenkomst. De brandweer trof na het openbreken van de schouw een onveilige situatie aan, die direct hersteld moest worden. [eiser] en [eiseres] stellen [gedaagde] op grond van artikel 6 uit de koopovereenkomst aansprakelijk voor de schade en herstelkosten aan het rookkanaal en de rookkanaalconstructie. Verder beroepen zij zich op artikel 7:17 Burgerlijk Wetboek (BW). De gekochte zaak moet voldoen aan de verwachtingen. Van een woonhuis mag verwacht worden dat het in ieder geval veilig is, bouwstempels voldoen niet aan die eis.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering (gedeeltelijk). Hij voert aan – samengevat – dat van een onveilige situatie in de woning geen sprake was. [eiser] en [eiseres] bewijzen dit ook niet. De woning bezat bij de verkoop de eigenschappen die [eiser] en [eiseres] voor een normaal gebruik mochten verwachten. [gedaagde] heeft de houtkachel vaak en zonder problemen gebruikt. De schoorsteen is kort voor het ontstaan van de schade geveegd, zodat het meer voor de hand ligt dat de schoorsteenveger aansprakelijk is voor de ontstane schade. [gedaagde] wijst verder op de onderzoeksplicht van [eiser] en [eiseres] bij de aankoop van de woning en de ouderdomsclausule opgenomen in artikel 20 van de koopovereenkomst. Ook mist [gedaagde] een factuur of bewijs van betaling van de herstelkosten. [gedaagde] gaat ervan uit dat [eiser] en [eiseres] door hun verzekeraar volledig schadeloos zijn gesteld.
4.2.
Voor zover van belang zal op het verweer van [gedaagde] hierna bij de beoordeling nog verder worden ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
[eiser] en [eiseres] stellen dat er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de koopovereenkomst omdat de woning niet geschikt is voor normaal gebruik. Ter onderbouwing van hun stelling voeren zij aan dat een deel van de constructie werd ondersteund door bouwstempels hetgeen volgens het bouwbesluit niet is toegestaan. Indien deze tekortkoming komt vast te staan is [gedaagde] in beginsel gehouden om de schade die daaruit voortvloeit te vergoeden. Uit productie 2a blijkt echter dat het probleem met de bouwstempels is verholpen in opdracht van en voor rekening van de verzekeraar. Met betrekking tot het rookkanaal geldt ook dat de schade op kosten van de verzekeraar is hersteld. Op de mondelinge behandeling voeren [eiser] en [eiseres] weliswaar aan dat de door de verzekeraar betaalde aannemer deze werkzaamheden heeft verricht in ruil voor het niet uitvoeren van andere - wel gedekte - minder acute werkzaamheden, maar [eiser] en [eiseres] hebben op geen enkele manier onderbouwd om welke werkzaamheden dit dan gaat, of die inmiddels zijn verricht en of daar kosten mee gemoeid zijn geweest. Er blijkt dus niet van schade die [eiser] en [eiseres] hebben geleden. Daar komt bij dat in de dagvaarding de schade is onderbouwd aan de hand van een “offerte” (ad € 3.818,11) waarin alleen de werkzaamheden worden genoemd die door de verzekeraar kosteloos voor [eiser] en [eiseres] zijn verricht. Ook blijkt niet wie deze ‘offerte’ heeft opgesteld.
5.2.
Dit betekent dat niet is komen vast te staan dat [eiser] en [eiseres] schade hebben geleden. De vordering zal dan ook worden afgewezen. [eiser] en [eiseres] hebben geen argumenten aangedragen waaruit blijkt dat zij alsnog belang hebben bij de gevorderde verklaring voor recht.
5.3.
De proceskosten komen voor rekening van [eiser] en [eiseres] omdat zij ongelijk krijgen. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de vordering af;
6.2.
veroordeelt [eiser] en [eiseres] tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor [gedaagde] worden vastgesteld op een bedrag van € 498,00 aan salaris van de gemachtigde van [gedaagde] vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E. Merkus en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter