ECLI:NL:RBNHO:2022:2660

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
28 maart 2022
Publicatiedatum
28 maart 2022
Zaaknummer
9550397 \ CV EXPL 21-7806
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande factuur in faillissement van Esbihuis B.V.

In deze zaak vordert de curator van de failliete Esbihuis B.V. betaling van een openstaande factuur van € 5.089,42 van gedaagde. De curator stelt dat gedaagde toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst van opdracht. De overeenkomst betreft het maken van ontwerptekeningen door Esbihuis voor gedaagde, die de factuur van € 4.348,44 onbetaald heeft gelaten. Gedaagde betwist de vordering en stelt dat Esbihuis niet aan haar verplichtingen heeft voldaan en dat de factuur onterecht is. De kantonrechter oordeelt dat er een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen en dat gedaagde loon verschuldigd is aan Esbihuis. De kantonrechter concludeert dat de curator onvoldoende heeft aangetoond welke werkzaamheden Esbihuis heeft verricht die het in rekening gebrachte bedrag rechtvaardigen. Uiteindelijk wordt de vordering van de curator toegewezen tot een bedrag van € 1.815,-, vermeerderd met wettelijke rente en een bedrag van € 272,25 aan buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9550397 \ CV EXPL 21-7806
Uitspraakdatum: 30 maart 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
Mr. [curator] q.q.,
kantoor houdende te [plaats] ,
in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Esbihuis B.V.,
statutair gevestigd en kantoor houdende te Vroomshoop, gemeente Twenterand,
eiser
verder te noemen: de curator
gemachtigde: mr. S.T.J. Peters
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [plaats] ,
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. H.C.M. Kortman.

1.Het procesverloop

1.1.
De curator heeft bij dagvaarding van 8 november 2021 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
De curator heeft hierop schriftelijk gereageerd in een conclusie van repliek, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven in een conclusie van dupliek met producties. De curator heeft in een akte uitlating producties gereageerd op de overgelegde stukken.
1.3.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 20 juni 2019 is tussen Esbihuis en [gedaagde] een overeenkomst betreffende
teken/architectkosten tot stand gekomen. Deze overeenkomst houdt het volgende in:
“1. Esbi Huis zal een eerste voorlopig schetsontwerp (4 gevels en 2 plattegrond, een doorsnede en een situatietekening) maken op basis van het programma van eisen van opdrachtgever en de stedenbouwkundige voorwaarden.
2.
De ontwerpkosten zijn in de aanneemsom inbegrepen.In het geval dat na 3 maanden geen aannemingsovereenkomst met Esbi Huis bv is gesloten, dan is de opdrachtgever
€ 62,50 per getekend uur exclusief BTW verschuldigd voor de (…) werkzaamheden.
3. Het schetsontwerp blijft eigendom van Esbi Huis en mag zonder schriftelijke toestemming niet worden gebruikt.
4. Esbi Huis bv zal het plan na goedkeuring van de opdrachtgever gaan calculeren.
2.2.
EsbiHuis heeft de ontwerptekeningen afgerond op 3 september 2019.
2.3.
In een e-mail van 19 september 20219 heeft [gedaagde] aan EsbiHuis bericht dat zij vanwege gewijzigde familieomstandigheden genoodzaakt was het project te stoppen. Zij verzoekt om een declaratie voor de reeds gemaakte uren.
2.4.
Op 1 oktober 2019 heeft Esbihuis de factuur ad € 4.348,44 toegezonden aan [gedaagde] . [gedaagde] heeft bezwaar gemaakt tegen de hoogte van deze factuur en de factuur onbetaald gelaten.
2.5.
Bij vonnis van de rechtbank Overijssel, locatie Almelo , van 27 mei 2020 is Esbihuis in staat van faillissement verklaard met benoeming van mr. [curator] tot curator.
2.6.
Op 2 november 2021 heeft de rechter-commissaris in het faillissement de curator machtiging verleend de onderhavige procedure op te starten.
2.7.
De curator heeft [gedaagde] gesommeerd het openstaande bedrag alsnog te voldoen. Aan deze sommaties heeft [gedaagde] geen gevolg gegeven.

3.De vordering

3.1.
De curator vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van
€ 5.089,42. Dit bedrag bestaat uit de hoofdsom ad € 4.348,44, de over dat bedrag t/m 31 oktober 2021 verschenen rente van € 181,14 en een bedrag van € 559,84 aan buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.
De curator legt aan de vordering ten grondslag dat [gedaagde] toerekenbaar tekort geschoten is in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst van opdracht. Hij stelt dat zij ten onrechte de factuur voor de in haar opdracht uitgevoerde werkzaamheden onbetaald heeft gelaten.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat EsbiHuis geen uitvoering heeft gegeven aan de door haar gegeven opdracht. Zij stelt dat haar opdracht zich beperkte tot het maken van een tekening met beperkte maatvoering, niet een tekening met bouwtechnische gegevens en niet het afleveren van een brochure. Zij wijst er op dat in de overeenkomst is vermeld dat als de aannemingsopdracht niet zou worden verstrekt een tarief van € 62,50 exclusief BTW per getekend uur verschuldigd zou zijn, maar dat EsbiHuis veel meer werkzaamheden in rekening heeft gebracht en het tekenwerk bovendien heeft uitbesteed aan [ontwerper] Ontwerp. Zij verklaart dat er geen onderbouwing is gegeven van de uren en dat EsbiHuis niet zelf de locatie heeft bezocht maar afbeeldingen van Google Earth heeft gebruikt en dat zij ook niet zelf met de gemeente heeft gebeld. Zij benadrukt dat zij juist Esbihuis in de arm genomen heeft omdat zij standaardbouwwerken levert en dat dus mocht worden verwacht dat een consument niet veel kwijt zou zijn aan tekenwerk.

5.De beoordeling

5.1.
Voor zover [gedaagde] met haar verweer zich op het standpunt wenst te stellen dat zij niets verschuldigd is aan EsbiHuis gaat dit verweer niet op. Vaststaat dat tussen EsbiHuis en [gedaagde] een overeenkomst van opdracht tot stand gekomen is. Op grond van het bepaalde in artikel 7:405 van het Burgerlijk Wetboek is de opdrachtgever loon verschuldigd aan de opdrachtnemer die de opdracht in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf is aangegaan. Dit betekent dat [gedaagde] in ieder loon verschuldigd is aan EsbiHuis.
5.2.
Vervolgens dient bepaald te worden hoeveel loon zij verschuldigd is aan EsbiHuis.
Uit artikel 1 van de overeenkomst blijkt dat de opdracht iets meer inhield dan [gedaagde] wil doen geloven. Tevens blijkt echter dat indien er geen aannemingsovereenkomst met EsbiHuis tot stand zou komen, een tarief van € 62,50 exclusief BTW per uur zou worden gerekend voor het tekenwerk. Uit de overgelegde e-mail van de ontwerper [ontwerper] volgt dat zij aan EsbiHuis 24 uur ad € 75,- exclusief BTW in rekening heeft gebracht voor ontwerp, tussendoor aanpassing, uitwerking 2D plattegronden gevels en 3D helemaal opgezet, maken renderings en boekje, waarbij bouwkundig is vastgelegd het volume, de gevels en indeling ruimten, doorsnede (alles op schaal) en materiaalkeuze.
5.3.
[ontwerper] heeft voor deze werkzaamheden een bedrag van € 2.178,- inclusief BTW in rekening gebracht aan EsbiHuis. In het licht van de gegeven toelichting van [ontwerper] over de uitgevoerde werkzaamheden, welke toelichting door de curator niet is betwist, is de kantonrechter van oordeel dat EsbiHuis (de curator) onvoldoende heeft toegelicht welke werkzaamheden EsbiHuis zelf daarnaast heeft verricht die het in rekening gebrachte bedrag van € 4.348,44 inclusief BTW rechtvaardigen. Niet valt immers zonder nadere toelichting in te zien welke werkzaamheden EsbiHuis in die fase heeft verricht anders dan het samenvoegen en doorgeleiden van de informatie die [ontwerper] aan haar had aangeleverd.
5.4.
Uitgaande van de overeenkomst, waarin is afgesproken dat indien een vervolgopdracht uitbleef een tarief zou gelden van € 62,50 exclusief BTW per getekend uur, wordt geoordeeld dat EsbiHuis niet meer dan 24 x € 62,50 te vermeerderen met 21% BTW, dus een bedrag van € 1.815,- aan [gedaagde] in rekening had mogen brengen.
5.5.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van de curator zal toewijzen tot een bedrag van € 1.815,- in hoofdsom.
5.6.
De gevorderde wettelijke rente over dit bedrag zal worden toegewezen op de wijze als hierna onder ‘de beslissing’ wordt vermeld.
5.7.
De kantonrechter ziet aanleiding de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten te matigen tot het tarief verbonden aan de juiste hoofdsom, te weten een bedrag van € 272,25.
5.8.
Nu partijen over en weer op punten in het ongelijk zijn gesteld, is de kantonrechter van oordeel dat het redelijk is dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan de curator van € 1.815,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan de curator van € 272,25 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot aan de dag van de gehele betaling;
6.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
6.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter