Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
,op/tegen/in de arm(en) en/of de buik en/of de borst en/of het/de be(e)n(en), althans het lichaam, van die [naam slachtoffer] heeft gestoken en/of gesneden en/of met zijn, verdachtes, hand(en) (krachtig) de keel en/of hals van die [naam slachtoffer] vast heeft gegrepen en/of gepakt en/of dicht heeft geknepen/gedrukt/geduwd
,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
,terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
poging tot doodslag.
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vrijheidsbeperkende maatregel
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
€ 1.242,53 rechtstreeks voortvloeit uit het bewezenverklaarde feit, voldoende onderbouwd en als niet of onvoldoende gemotiveerd betwist toewijsbaar zijn, te weten post a), post b), post c), post e) integraal. Post d) acht de rechtbank niet toewijsbaar, zijnde dit niet voldoende rechtstreekse schade. De vordering zal voor dit deel niet-ontvankelijk worden verklaard.
poging tot doodslag] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f Sr op te leggen.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
5 [vijf] jaren.
[naam slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 8.742,53 [achtduizend zevenhonderdtweeënveertig euro en drieënvijftig cent], bestaande uit € 1.242,53 [éénduizend tweehonderdtweeënveertig euro en drieënvijftig cent] als vergoeding voor de materiële en € 7.500,- [zevenduizend vijfhonderd euro] als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over € 8.000,53 vanaf 9 november 2021 en over € 742,- vanaf 7 maart 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [naam slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 742,- wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 maart 2022 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.