Bij alle vier de recreatieverblijven zijn gedurende enkele maanden in 2020 op wisselende tijdstippen controles verricht door een toezichthouder van verweerder. Van elk van de verrichte controles is een ondertekend controlerapport opgesteld waarin de bevindingen van de toezichthouder zijn vermeld.
Wat betreft het recreatieverblijf [# 1] blijkt uit de controlerapporten dat de toezichthouder op 20 augustus 2020 een persoon, een vrouw genaamd [naam 2] ( [naam 2] ), heeft gesproken die aanwezig was in het recreatieverblijf. Zij heeft tegenover de toezichthouder verklaard dat zij, samen met nog twee anderen, sinds enkele maanden in het recreatieverblijf woont voor € 700,00 euro per maand, dat zij werkt bij [bedrijf 1] in [plaats 2] en dat zij een contract heeft bij dat bedrijf. Tijdens de controle van in ieder geval 3 september 2020 heeft de toezichthouder [naam 2] nogmaals waargenomen bij het recreatieverblijf, hetgeen in lijn is met haar eerdere verklaring.
Wat betreft het recreatieverblijf [# 2] blijkt uit de controlerapporten dat de toezichthouder op 13 juli 2020 een persoon, een man genaamd [naam 1] , heeft gesproken die aanwezig was in het recreatieverblijf. Hij heeft tegenover de toezichthouder onder meer verklaard dat hij samen met zijn vriendin sinds anderhalve week in het recreatieverblijf woont, dat zij hier langer blijven wonen, dat zij allebei werkzaam zijn bij een bedrijf in de lelieteelt en dat zij via de eigenaar van dat bedrijf in het recreatieverblijf wonen. Tijdens de controles van in ieder geval 21 juli 2020 en 27 augustus 2020 heeft de toezichthouder [naam 1] nogmaals waargenomen bij het recreatieverblijf, hetgeen in lijn is met zijn eerdere verklaring.
Wat betreft het recreatieverblijf [# 3] blijkt uit de controlerapporten dat de toezichthouder op 13 juli 2020 een persoon, een vrouw genaamd [naam 3] ( [naam 3] ), heeft gesproken die aanwezig was in het recreatieverblijf. Zij heeft tegenover de toezichthouder verklaard dat zij alleen in het recreatieverblijf woont voor € 800,00 per maand en dat zij in de tomatenteelt werkt bij de firma [bedrijf 2] in [plaats 3] . Ook heeft de toezichthouder die dag geconstateerd dat de personenauto van [naam 3] , voorzien van het Poolse kenteken [kenteken] , bij het recreatieverblijf stond geparkeerd. Tijdens de controles van in ieder geval
21 juli 2020, 27 augustus 2020 en 3 september 2020 heeft de toezichthouder nogmaals geconstateerd dat de personenauto van [naam 3] bij het recreatieverblijf stond geparkeerd, hetgeen in lijn is met haar eerdere verklaring.
Wat betreft het recreatieverblijf [# 4] blijkt uit de controlerapporten dat de toezichthouder op 20 augustus 2020 heeft geconstateerd dat twee personen, mannen genaamd [naam 4] en [naam 5] , in het recreatieverblijf aanwezig waren. [naam 4] heeft tegenover de toezichthouder verklaard dat hij sinds een maand met zijn ouders in het recreatieverblijf verblijft voor € 1.000,00 per maand, dat zijn vader werkzaam is bij een tomatenkwekerij via het uitzendbureau [bedrijf 3] en een contract heeft tot en met maart 2021 en dat hij zelf werkzaam is in de bloementeelt via het uitzendbureau [bedrijf 4] .