Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1] ,
[eiseres],
[eiser 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 15 oktober 2021 met producties 1 tot en met 6;
- de conclusie van antwoord van 8 december 2021 met producties 19;
- het tussenvonnis van 22 december 2021;
- de akte uitlating na vonnis van 22 december 2021 van mr. Verheij met producties 7 en 8;
- de akte overlegging productie 9 van mr. Verheij;
- de brief van 31 januari 2022 van mr. Janssen met producties 20 tot en met 22;
- de mondelinge behandeling op 11 februari 2022, waar de heer [eiser 1] , mevrouw [eiseres] , de heer [xxx] (bedrijfsmakelaar/assistent taxateur) van Vlieg Makelaars en hun advocaten zijn verschenen. De heer [yyy] (vestigingsmanager) van Vlieg Makelaars heeft via een video-verbinding de zitting bijgewoond. Beide advocaten hebben een pleitnota overgelegd en voorgedragen.
2.Feiten
3.De vordering en het verweer
- voor recht verklaart dat Vlieg Makelaars bij de uitvoering van de opdracht toerekenbaar tekort is geschoten, dan wel jegens [eisers] onrechtmatig heeft gehandeld en uit dien hoofde schadeplichtig is;
- Vlieg Makelaars veroordeelt om aan [eisers] de geleden en nog te lijden schade te betalen, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
- Vlieg Makelaars veroordeelt in de kosten van onderhavige procedure, waaronder de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.De beoordeling
huurovereenkomst. Door dat niet te doen is [eisers] in schuldeisersverzuim komen te verkeren.
1.126,00(2 punten x tarief € 563,-)
5.De beslissing
€ 1.793,-, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de 15e dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
€ 163,-aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eisers] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van
€ 85,-aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van de 15e dag na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,