ECLI:NL:RBNHO:2022:2536

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
24 maart 2022
Publicatiedatum
24 maart 2022
Zaaknummer
9575745 / EJ VERZ 21-388
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van een executeur in een nalatenschap wegens gewichtige redenen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 24 maart 2022 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure. De verzoeker, in zijn hoedanigheid als wettelijk vertegenwoordiger van twee erfgenamen en als testamentair-bewindvoerder, heeft verzocht om ontslag van de executeur, de heer [verweerder], wegens gewichtige redenen. De verzoeker stelde dat de executeur sinds het overlijden van de erflaatster, mevrouw [erflaatster], geen actie heeft ondernomen om de boedel te beheren en niet reageert op verzoeken van de erfgenamen. De erflaatster is overleden op [datum] en had in haar testament de erfgenamen benoemd, waaronder [erfgenaam 1], [erfgenaam 2], en [erfgenaam 3].

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker op 19 november 2021 een verzoekschrift heeft ingediend, dat later is aangevuld. De verweerder is in de gelegenheid gesteld om te reageren, maar heeft dit nagelaten. Gezien de aard van het verzoek heeft de kantonrechter besloten om af te zien van een zitting. De kantonrechter overweegt dat er sprake is van gewichtige redenen voor het ontslag van de executeur, zoals bedoeld in artikel 4:149 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de nalatenschap nog niet is afgewikkeld en dat de verzoeker belang heeft bij een spoedige afwikkeling.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de heer [verweerder] als executeur wordt ontslagen en dat hij verplicht is om alle boedelbescheiden aan de verzoeker af te geven, op straffe van een dwangsom. Tevens is bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Locatie Alkmaar
Zaaknr./repnr.: 9575745 / EJ VERZ 21-388
Uitspraakdatum: 24 maart 2022
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[verzoeker] ,in zijn hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van [erfgenaam 1] en [erfgenaam 2] en als testamentair-bewindvoerder over de erfdelen van [erfgenaam 1] , [erfgenaam 2] en [erfgenaam 3] in de nalatenschap van [erflaatster]
wonende gevestigd te [plaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [verzoeker]
gemachtigde: mr. J.M.H. Devis
tegen
[verweerder]
wonende te [woonplaats]
verwerende partij
verder te noemen: [verweerder]
inzake
de nalatenschap van [erflaatster],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en overleden op [datum] te [plaats 2] ,
laatstelijk gewoond hebbende te [plaats 3]
verder te noemen: erflaatster

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoekschrift ingediend, bij de griffie ontvangen op 19 november 2021. Bij brief van 20 januari 2022 heeft [verzoeker] het verzoek aangevuld.
1.2.
[verweerder] is in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoekschrift en de aanvulling hierop, maar heeft niet gereageerd.
1.3.
Gelet op de aard van het verzoek is afgezien van een behandeling op een zitting.

2.Feiten

2.1.
Erflaatster heeft in haar testament als haar enig erfgenamen benoemd: [erfgenaam 3] ) , [erfgenaam 4] , [erfgenaam 1] en [erfgenaam 2] .
2.2.
[verzoeker] is wettelijk vertegenwoordiger van [erfgenaam 1] en [erfgenaam 2] . Ook is [verzoeker] testamentair-bewindvoerder over de erfdelen van [erfgenaam 1] , [erfgenaam 2] en [erfgenaam 3] in de nalatenschap ven erflaatster.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] verzoekt [verweerder] te ontslaan als executeur, omdat hij sinds het overlijden van erflaatster geen actie heeft ondernomen tot het verzamelen van gegevens met betrekking tot de boedel. Ook reageert [verweerder] nooit op verzoeken van (de wettelijk vertegenwoordigers van) de erfgenamen van erflaatster. Er is dus sprake van gewichtige redenen die het ontslag van [verweerder] als executeur rechtvaardigt. Ook wordt verzocht om te bepalen dat [verweerder] de boedelbescheiden moet afgeven aan [verzoeker] , op straffe van een dwangsom. Het is niet nodig om een nieuwe executeur te benoemen, omdat er momenteel, ruim 3 jaar na het overlijden van erflaatster, waarschijnlijk weinig over is van de boedel.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter overweegt het volgende. In artikel 4:149 lid 1 sub f Burgerlijk Wetboek (BW) is bepaald dat de taak van de executeur eindigt door ontslag dat de kantonrechter hem met ingang van een bepaalde dag verleent. Uit het tweede lid van het artikel volgt dat het ontslag hem wordt verleend, hetzij op eigen verzoek, hetzij om gewichtige redenen indien het verzoek wordt gedaan door een derde.
4.2.
De kantonrechter neemt, bij gebreke van tegenspraak, aan dat [verweerder] sinds geruime tijd zijn taken niet meer uitoefent. De nalatenschap is nog niet afgewikkeld, en [verzoeker] heeft er als wettelijk vertegenwoordiger van [erfgenaam 1] en [erfgenaam 2] (en als testamentair-bewindvoerder over de erfdelen van [erfgenaam 1] , [erfgenaam 2] en [erfgenaam 3] ) belang bij dat er tot afwikkeling van de nalatenschap wordt overgaan. Naar het oordeel van de kantonrechter is er sprake van gewichtige redenen als bedoeld in artikel 4:149 lid 2 BW, zodat aan [verweerder] ontslag zal worden verleend. Het verzoek om de boedelbescheiden af te geven op straffe van een dwangsom zal, bij gebrek van tegenspraak, ook worden toegewezen.
4.3.
De conclusie is dat de kantonrechter het verzoek van [verzoeker] zal toewijzen.
4.4.
In de tussen partijen bestaande familierechtelijke relatie, ziet de kantonrechter aanleiding om te bepalen dat partijen ieder de eigen proceskosten dragen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
ontslaat de heer [verweerder] als executeur in de nalatenschap van mevrouw [erflaatster] voornoemd,
5.2.
bepaalt dat [verweerder] alle boedelbescheiden af zal geven aan [verzoeker] , op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag voor het geval dat [verweerder] na het verstrijken van een termijn van vijf dagen na betekening van deze beschikking hieraan niet voldoet, met een maximum van € 5.000,-,
5.3.
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
5.4.
verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.W.S. Kiliç en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter