In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. M.V. Rekker, een vordering ingesteld tegen gedaagde, vertegenwoordigd door mr. D.E. Post, voor betaling van een openstaand bedrag van € 1.198,07. Eiser heeft een laminaatvloer gelegd voor gedaagde en heeft hiervoor een factuur van € 3.900,- gestuurd. Gedaagde heeft echter herstelwerkzaamheden aan de bedrijfswagen van eiser uitgevoerd en stelt dat er een afspraak was dat eiser de vloer zou leggen in ruil voor een korting op de herstelkosten. Gedaagde heeft een tegenvordering ingesteld voor betaling van zijn factuur van € 2.701,93 voor de herstelwerkzaamheden.
De kantonrechter heeft de vordering van eiser gedeeltelijk toegewezen. De rechter oordeelde dat eiser recht heeft op een redelijk loon voor de werkzaamheden, dat is vastgesteld op € 2.820,- inclusief btw. Na verrekening met de factuur van gedaagde resteert er een bedrag van € 118,07 dat gedaagde aan eiser moet betalen. De buitengerechtelijke incassokosten van € 40,- zijn ook toegewezen. De tegenvordering van gedaagde is afgewezen, omdat de vordering van eiser groter is dan die van gedaagde. De proceskosten zijn voor iedere partij zelf.