Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
Na ommekomst van de in 3.2 genoemde periode wordt deze huurovereenkomst (…) voortgezet voorna overleg wordt de periode vastgesteld.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 30 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verhuurder en een huurder over de ontbinding van een huurovereenkomst voor bedrijfsruimte. De eiser, een verhuurder, heeft de huurovereenkomst opgezegd en vorderde ontbinding van de overeenkomst, ontruiming van de bedrijfsruimte en betaling van huurachterstand en schadevergoeding. De gedaagde, de huurder, heeft de vordering betwist en stelde dat er overeenstemming was over een eerdere einddatum van de huurovereenkomst. De huurovereenkomst was oorspronkelijk aangegaan voor een jaar en daarna verlengd met een periode van drie maanden. De gedaagde heeft de overeenkomst opgezegd, maar de eiser stelde dat de overeenkomst doorliep tot 31 januari 2023. De kantonrechter oordeelde dat de huurovereenkomst inderdaad doorliep en dat de gedaagde in gebreke was met de huurbetalingen. De kantonrechter heeft de vordering van de eiser toegewezen, de huurovereenkomst ontbonden en de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van de bedrijfsruimte en betaling van de huurachterstand. De gedaagde's tegenvordering werd afgewezen, en de proceskosten werden aan de gedaagde opgelegd.