Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Beschikking afwijzing verlenging ondertoezichtstelling
[de moeder] ,
[de vader] ,
Het procesverloop
- de vader;
- de moeder;
- [vertegenwoordiger van de GI] , namens de GI;
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kinderrechter op 4 januari 2022 uitspraak gedaan over het verzoek van de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers (GI) tot verlenging van de ondertoezichtstelling van een kwetsbare jongen, hierna te noemen [de minderjarige]. De moeder van [de minderjarige] accepteert de noodzakelijke hulpverlening en kan de verantwoordelijkheid voor zijn verzorging en opvoeding dragen. De kinderrechter overweegt dat de jeugdhulpverlening onder zware druk staat en dat er een tekort is aan jeugdbeschermers. De GI kan haar energie beter steken in zaken die daadwerkelijk de betrokkenheid van een jeugdbeschermer vereisen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat, hoewel er sprake is van een bedreiging in de ontwikkeling van [de minderjarige], de zorg die nodig is om deze bedreiging weg te nemen door de moeder voldoende wordt geaccepteerd. Daarom wordt het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling afgewezen.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling rekening gehouden met de kwetsbaarheid van [de minderjarige], die gediagnosticeerd is met een autismespectrumstoornis en een licht verstandelijke beperking. De ontwikkeling van [de minderjarige] staat stil en hij heeft geen onderwijs gevolgd. De kinderrechter is van mening dat de hulpverlening die in het verleden is ingezet, ook in het vrijwillig kader kan blijven doorlopen. De ouders worden aangemoedigd om te blijven meewerken aan de geboden hulpverlening, zodat [de minderjarige] zich verder kan ontwikkelen. De kinderrechter concludeert dat de moeder in staat is om de zorg voor [de minderjarige] op zich te nemen, waardoor het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling wordt afgewezen.