Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan op een beroep dat is ingesteld door betrokkene tegen de opgelegde boetes voor het overtreden van een geslotenverklaring op de busbrug De Binding in Zaandam. Betrokkene ontving op 15 december 2020 drie boetes voor dezelfde gedraging, maar stelde dat deze boetes gematigd moesten worden op basis van het evenredigheidsbeginsel en het ne bis in idem-beginsel. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op 1 maart 2022, waarbij zowel de gemachtigde van betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig waren.
De kantonrechter overwoog dat de gedragingen waarvoor de boetes zijn opgelegd, plaatsvonden op verschillende data, namelijk 17 september 2020 en 21 oktober 2020. De rechter concludeerde dat er geen sprake was van een voortgezette handeling, aangezien er meer dan een maand tussen de twee overtredingen zat. De kantonrechter oordeelde dat betrokkene zich had moeten vergewissen van de aanwezige bebording, die duidelijk zichtbaar was, en dat de omstandigheid dat betrokkene dit heeft nagelaten voor zijn rekening en risico kwam.
Het beroep op het ne bis in idem-beginsel werd verworpen, omdat er sprake was van twee afzonderlijke gedragingen op verschillende data. De kantonrechter stelde vast dat de opgelegde boetes van in totaal € 280,00 niet onevenredig hoog waren en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven voor matiging. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend.