Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 juni 2021 met producties 1 t/m 42,
- de akte depot van 7 juli 2021 en de daarbij gedeponeerde dvd (cd-rom) van de curator,
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 5,
- het tussenvonnis van 3 november 2021,
- de akte overlegging producties met producties 43 t/m 45 van de curator,
- de mondelinge behandeling op 7 februari 2022 en de daarbij overgelegde pleitaantekeningen van mr. De Vries-Meijer.
“handel in en reparatie van personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s”.
3.Het geschil
4.De beoordeling
het niet kan uitleggen”.
“de al langere tijd belabberde financiële situatie van [gefailleerde] ”de oorzaak was van het faillissement. [gedaagde] heeft het wettelijk vermoeden daarmee niet weerlegd. De rechtbank komt daarom tot de slotsom dat [gedaagde] zijn taak als bestuurder van [gefailleerde] kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Dit leidt ertoe dat [gedaagde] aansprakelijk is voor het boedeltekort in het faillissement van [gefailleerde] . Daarmee ligt de vordering van de curator voor toewijzing gereed.