ECLI:NL:RBNHO:2022:238

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 januari 2022
Publicatiedatum
17 januari 2022
Zaaknummer
C/15/323951 / FA RK 22-57
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van zorgmachtiging op basis van referteverklaring in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 10 januari 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van een referteverklaring. De rechtbank heeft het verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een zorgmachtiging, zoals bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, beoordeeld. Betrokkene, die lijdt aan een bipolaire stoornis, afhankelijkheid van alcohol en cannabis, en een licht verstandelijke beperking, heeft in een referteverklaring aangegeven dat hij het verzoek heeft besproken met zijn advocaat en zich refereert aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, waardoor verplichte zorg noodzakelijk is.

De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, met de mogelijkheid tot opname en andere vormen van verplichte zorg, maar heeft daarbij de looptijd van de opname beperkt tot maximaal drie maanden. Dit is gedaan om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is, en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn. De beschikking is openbaar uitgesproken en tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg / referte
zaak-/rekestnr.: C/15/323951 / FA RK 22-57
beschikking van de enkelvoudige kamer van 10 januari 2022,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] , [plaats] ,
wonende te [plaats] ,
hierna: betrokkene,
advocaat: mr. E. Boskma, gevestigd te Alkmaar.

1.Procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 7 januari 2022.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 30 december 2021;
  • het zorgplan van 16 december 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 3 januari 2022.
1.3.
Op 7 januari 2022 is ter griffie van de rechtbank de referteverklaring van betrokkene ontvangen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de referteverklaring van betrokkene leidt de rechtbank af dat betrokkene het verzoekschrift heeft besproken met de advocaat, dat betrokkene erkent dat aan de voorwaarden voor toewijzing van het verzoek met de daarin opgenomen vormen van verplichte zorg wordt voldaan, dat betrokkene afziet van het recht te worden gehoord en zich refereert aan het oordeel van de rechtbank. Gelet op de inhoud van de stukken en de referteverklaring, acht de rechtbank zich voldoende geïnformeerd om op het verzoek te beslissen.
2.2.
Uit de overgelegde stukken is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een bipolaire stoornis, afhankelijkheid van alcohol en cannabis en een licht verstandelijke beperking
.
2.3.
Ook is vast komen te staan dat er als gevolg van voornoemde stoornis ernstig nadeel voor of van betrokkene of een ander is, te weten:
  • maatschappelijke teloorgang;
  • de algemene veiligheid van personen of goederen is in gevaar.
2.4.
Om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
2.5.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. Op grond van de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, acht de rechtbank gedurende de hele looptijd van de zorgmachtiging de volgende vormen van verplichte zorg nodig:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
Uit de overgelegde stukken maakt de rechtbank op dat slechts in het geval dat betrokkene ernstig (psychotisch) ontregelt, wordt overgegaan tot opname en de daarbij behorende vormen van verplichte zorg.
Indien dat het geval is en het ernstig nadeel niet langer kan worden afgewend door middel van de hiervoor vermelde vormen van verplichte zorg, worden gedurende de hele looptijd van de zorgmachtiging ook de volgende vormen van verplichte zorg nodig geacht:
- het beperken van bewegingsvrijheid, maximaal drie maanden;
  • het insluiten van betrokkene, telkens maximaal zeven dagen;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene, telkens maximaal zeven dagen;
  • onderzoek aan kleding of lichaam, maximaal drie maanden;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, maximaal drie maanden;
  • het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen, maximaal drie maanden;
  • het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek, maximaal drie maanden;
  • opnemen in een accommodatie, maximaal drie maanden.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.7.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de duur van twaalf maanden, en geldt aldus tot en met 10 januari 2023.

3.Beslissing

De rechtbank:
- verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] , [plaats] , met de vormen en duur van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.5. is vermeld;
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
10 januari 2023.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.P. van der Haak, rechter, in tegenwoordigheid van M.C.T. van Etten als griffier en in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.