ECLI:NL:RBNHO:2022:237

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
5 januari 2022
Publicatiedatum
17 januari 2022
Zaaknummer
C/15/323228 / FA RK 21/6056
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot verlening van een zorgmachtiging op basis van vrijwillige behandeling

Op 5 januari 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging. Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie op 15 december 2021, naar aanleiding van de psychische toestand van betrokkene, die lijdt aan een psychotische stoornis. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij betrokkene, haar advocaat en haar echtgenoot zijn gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene bereid is om haar behandeling op vrijwillige basis voort te zetten en dat zij niet zal stoppen met de medicatie, zelfs als er geen zorgmachtiging wordt verleend. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat betrokkene's echtgenoot bereid is om in te grijpen indien er problemen optreden met de medicatie. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank voldoende vertrouwen in de vrijwillige voortzetting van de behandeling.

Op basis van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting heeft de rechtbank geconcludeerd dat niet voldaan is aan de criteria voor verplichte zorg zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Daarom heeft de rechtbank het verzoek van de officier van justitie afgewezen. De beschikking is gegeven door rechter mr. N. Cuvelier, in tegenwoordigheid van griffier E.B.B.M. van Linden, en is openbaar uitgesproken op 5 januari 2022. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
AFWIJZING VAN HET VERZOEK TOT HET VERLENEN VAN EEN ZORGMACHTIGING
zaak-/rekestnr.: C/15/323228 / FA RK 21/6056
beschikking van de enkelvoudige kamer van 5 januari 2022,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [plaats] ,
wonende te [adres] ,
hierna: betrokkene,
advocaat mr. B. Bos, gevestigd te Hoorn.

1.Procedure

1.1.
Bij het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 15 december 2021, heeft de officier van justitie verzocht om afgifte van een zorgmachtiging ten aanzien van betrokkene.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • het zorgplan van 16 november 2021;
  • de medische verklaring van 10 december 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 14 december 2021.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 5 januari 2022, in het gebouw van de rechtbank.
1.4.
De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • [case-manager] , case-manager;
  • [echtgenoot] , echtgenoot van betrokkene.
1.5.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychotische stoornis met paranoïde en somatische wanen in het kader van een schizo-affectieve stoornis van het bipolaire type.
2.2. Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er door voornoemde stoornis ernstig nadeel voor of van betrokkene of een ander is, te weten:
  • maatschappelijke teloorgang;
  • dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van een ander oproept.
2.3.
De advocaat van betrokkene heeft de rechtbank verzocht het verzoek van de officier van justitie af te wijzen omdat betrokkene zich vrijwillig laat behandelen. Betrokkene heeft daarnaast toegezegd dat zij niet met de medicatie zal stoppen als er geen zorgmachtiging is.
.
2.4.
De rechtbank heeft er, gelet op de verkregen informatie en het verhandelde ter zitting, voldoende vertrouwen dat betrokkene haar behandeling op vrijwillige basis zal voortzetten. De herhaaldelijk door betrokkene ter zitting geuite bereidheid dat zij niet zal stoppen met de medicatie en dat zij contact zal blijven houden met het behandelteam, acht de rechtbank voldoende aannemelijk. Betrokkene heeft het afgelopen jaar de medicatie toegediend gekregen via haar echtgenoot hetgeen zonder problemen is verlopen. De echtgenoot van betrokkene heeft aangegeven dat hij zich zal melden bij de GGZ indien er onverhoopt problemen bij het toedienen van de medicatie mochten optreden.
2.5.
Gelet op het voorgaande is niet voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. Het verzoek van de officier van justitie zal dan ook worden afgewezen.

3.Beslissing

De rechtbank:
- wijst af het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging.
Deze beschikking is gegeven door mr. N. Cuvelier, rechter, in tegenwoordigheid van
E.B.B.M. van Linden als griffier en in het openbaar uitgesproken op 5 januari 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 5 januari 2022.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.