Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 11 januari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens overschrijding van de maximum snelheid op autosnelwegen. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, evenals de gemachtigde van de betrokkene, die het voertuig bestuurde ten tijde van de overtreding.
De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof een snelheidsovertreding van 10 km/h boven de toegestane maximum snelheid van 90 km/h, die gold in verband met wegwerkzaamheden. De betrokkene betwistte de boete en voerde aan dat hij geen matrixborden had gezien die een lagere maximum snelheid aangaven. De kantonrechter oordeelde echter dat uit de beschikbare stukken, waaronder de verklaring van de verbalisant en foto’s, voldoende bewijs aanwezig was dat de snelheid was gecontroleerd met een goedgekeurde radarsnelheidsmeter. De kantonrechter concludeerde dat de bebording voorafgaand aan de controle was gecontroleerd door de verbalisant.
De kantonrechter wees erop dat het de verantwoordelijkheid van de weggebruiker is om alert te zijn op de aanwezige bebording. Aangezien de betrokkene geen bewijs had geleverd dat de borden niet aanwezig waren, werd de boete als terecht opgelegd beschouwd. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond, en er werd geen aanleiding gezien om de boete te matigen. De uitspraak werd openbaar gedaan, en de betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.