Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 11 januari 2022 uitspraak gedaan in een beroep dat was ingesteld tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete gekregen voor het niet volgen van de juiste rijrichting na het verlaten van een doorgaande rijbaan. De gemachtigde van de betrokkene heeft beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep echter niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft de gemachtigde beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 11 januari 2022 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de gemachtigde van de betrokkene was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat het beroep te laat was ingediend. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht moet een beroepschrift binnen zes weken na de beslissing worden ingediend. Het beroep was ingesteld op 9 april 2021, terwijl het uiterlijk op 6 april 2021 ontvangen had moeten zijn. De kantonrechter oordeelde dat niet aannemelijk was dat de overschrijding van de termijn verschoonbaar was, zoals bedoeld in artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht.
Daarom heeft de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. R.I.V. Scherpenhuijsen Rom, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. Het beroepschrift moet schriftelijk worden ingediend bij de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland.