ECLI:NL:RBNHO:2022:2312

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 januari 2022
Publicatiedatum
17 maart 2022
Zaaknummer
9546714 \ WM VERZ 21-1170
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen administratieve sanctie wegens te late indiening

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 11 januari 2022 uitspraak gedaan in een beroep dat was ingesteld tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete gekregen voor het niet volgen van de juiste rijrichting na het verlaten van een doorgaande rijbaan. De gemachtigde van de betrokkene heeft beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep echter niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft de gemachtigde beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 11 januari 2022 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar de gemachtigde van de betrokkene was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat het beroep te laat was ingediend. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht moet een beroepschrift binnen zes weken na de beslissing worden ingediend. Het beroep was ingesteld op 9 april 2021, terwijl het uiterlijk op 6 april 2021 ontvangen had moeten zijn. De kantonrechter oordeelde dat niet aannemelijk was dat de overschrijding van de termijn verschoonbaar was, zoals bedoeld in artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht.

Daarom heeft de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. R.I.V. Scherpenhuijsen Rom, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt. Het beroepschrift moet schriftelijk worden ingediend bij de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 9546714 \ WM VERZ 21-1170
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 11 januari 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
(hierna te noemen: betrokkene).
Ingediend door : [gemachtigde] (hierna te noemen: [gemachtigde] )

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. [gemachtigde] heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door [gemachtigde] beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 11 januari 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. [gemachtigde] is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: als bestuurder na verlaten doorgaande rijbaan een andere richting volgen dan de richting van de uitrijstrook.
[gemachtigde] is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
[gemachtigde] heeft het beroep bij de kantonrechter te laat ingesteld. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht is de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Het beroep is ingesteld op 9 april 2021, terwijl dat beroep uiterlijk op 6 april 2021 ontvangen had moeten zijn. Niet aannemelijk is geworden dat deze overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar is in de zin van artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht.
Het beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.I.V. Scherpenhuijsen Rom, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: