Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, uitspraak gedaan op 11 januari 2022 in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene. De betrokkene had een boete ontvangen voor het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een motorrijtuig. Tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep van de betrokkene ongegrond dan wel niet-ontvankelijk had verklaard, heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 11 januari 2022 waren zowel de vertegenwoordiger van de officier van justitie als de betrokkene aanwezig.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat het beroep van de betrokkene te laat was ingediend. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht is de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. De betrokkene had het beroep op 30 oktober 2021 ingesteld, terwijl dit uiterlijk op 29 april 2021 ontvangen had moeten zijn. De kantonrechter oordeelde dat niet aannemelijk was geworden dat de overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar was in de zin van artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht.
Daarom heeft de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. R.I.V. Scherpenhuijsen Rom, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.