Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 11 januari 2022 uitspraak gedaan in een beroep dat was ingesteld door betrokkene tegen een administratieve sanctie (boete) die hem was opgelegd. De boete was opgelegd wegens het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een bromfiets. Betrokkene had tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, maar deze was ongegrond of niet-ontvankelijk verklaard. Vervolgens heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter, maar dit beroep is te laat ingediend. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht is de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Betrokkene heeft zijn beroep pas op 13 oktober 2021 ingediend, terwijl dit uiterlijk op 6 augustus 2020 ontvangen had moeten zijn. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen aannemelijke redenen zijn aangevoerd die de overschrijding van de termijn verschoonbaar maken in de zin van artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht. Daarom heeft de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. R.I.V. Scherpenhuijsen Rom, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen zes weken na de dag van toezending van de uitspraak.