ECLI:NL:RBNHO:2022:2309

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 januari 2022
Publicatiedatum
17 maart 2022
Zaaknummer
9546690 \ WM VERZ 21-1165
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late indiening in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 11 januari 2022 uitspraak gedaan in een beroep dat was ingesteld door betrokkene tegen een administratieve sanctie (boete) die hem was opgelegd. De boete was opgelegd wegens het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een bromfiets. Betrokkene had tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, maar deze was ongegrond of niet-ontvankelijk verklaard. Vervolgens heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter, maar dit beroep is te laat ingediend. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht is de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Betrokkene heeft zijn beroep pas op 13 oktober 2021 ingediend, terwijl dit uiterlijk op 6 augustus 2020 ontvangen had moeten zijn. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen aannemelijke redenen zijn aangevoerd die de overschrijding van de termijn verschoonbaar maken in de zin van artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht. Daarom heeft de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. R.I.V. Scherpenhuijsen Rom, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Betrokkene heeft de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen zes weken na de dag van toezending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 9546690 \ WM VERZ 21-1165
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 11 januari 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 11 januari 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: voor een bromfiets niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift de gronden daarvoor aangevoerd.
Betrokkene heeft het beroep bij de kantonrechter te laat ingesteld. Volgens artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht is de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken. Het beroep is door betrokkene ingesteld op 13 oktober 2021, terwijl dat beroep uiterlijk op 6 augustus 2020 ontvangen had moeten zijn. Niet aannemelijk is geworden dat deze overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar is in de zin van artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht.
Het beroep wordt daarom niet-ontvankelijk verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.I.V. Scherpenhuijsen Rom, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: