ECLI:NL:RBNHO:2022:2305

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 januari 2022
Publicatiedatum
17 maart 2022
Zaaknummer
9546656 \ WM VERZ 21-1159
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van een boete voor te hard rijden op de autosnelweg

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 11 januari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene voor het te hard rijden op een autosnelweg. Betrokkene had een boete gekregen voor het rijden van 19 km/h boven de toegestane snelheid. Hij heeft beroep aangetekend tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting heeft betrokkene zijn gronden uiteengezet, waarbij hij aanvoerde dat hij langzamer rijdende voertuigen inhaalde en zijn snelheid verhoogde om de doorstroom van het verkeer te bevorderen, zonder te beseffen dat hij door een politieauto werd gevolgd.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond door de verklaring van de verbalisant. Betrokkene ontkende de gedraging niet, maar voerde aan dat de omstandigheden waaronder hij deze had begaan, aanleiding gaven om de boete te matigen. De kantonrechter heeft geconstateerd dat de verbalisant dicht achter betrokkene reed en dat dit een factor was in de beslissing om de boete te verlagen. Uiteindelijk heeft de kantonrechter de boete gematigd tot € 130,00 en de beslissing van de officier van justitie gewijzigd. Tevens is bepaald dat een deel van de betaalde zekerheidstelling aan betrokkene wordt terugbetaald.

De uitspraak is openbaar gedaan en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na de toezending van de uitspraak, mits de boete boven de € 70,00 is vastgesteld. De procedure voor hoger beroep is in beginsel schriftelijk, tenzij anders verzocht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 9546656 \ WM VERZ 21-1159
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 11 januari 2022
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond dan wel niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 11 januari 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 19 km per uur harder rijden dan mag op een autosnelweg buiten de bebouwde kom.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift en ter zitting de gronden daarvoor aangevoerd. Betrokkene heeft -kort en zakelijk weergegeven- aangevoerd dat hij een aantal langzamer rijdende voertuigen inhaalde. Omdat er een auto dicht achter hem reed heeft hij zijn snelheid verhoogd, om de doorstroom van het verkeer te bevorderen. Die auto bleek een politieauto.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden – met name uit de verklaring van de verbalisant – voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene ontkent de gedraging niet maar beroept zich op de omstandigheden waaronder hij deze heeft begaan. De boete is terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd wel aanleiding om de boete te matigen. Daarbij is van belang dat uit de verklaring van verbalisant blijkt dat deze, zoals betrokkene aanvoert, erg dicht achter betrokkene reed. Verbalisant die volgens de boordsnelheidsmeter van zijn voertuig met een snelheid van 160 km/h reed, heeft betrokkene immers gedurende 800 meter gevolgd op een tussenafstand van 20 meter. De boete zal worden gematigd tot € 130,00.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van officier van justitie zal worden gewijzigd.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie, in die zin dat de boete wordt gematigd tot een bedrag van € 130,00 (met handhaving van de administratiekosten);
‒ bepaalt dat de officier van justitie van het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, € 41,00 aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.I.V. Scherpenhuijsen Rom, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: