Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift van 27 december 2021 met 7 producties;
- de beschikking van 27 december 2021, waarin aan [eiser] voorlopig verlof is verleend om ten laste van [gedaagde] conservatoir derdenbeslag te doen leggen onder de in randnummer 41 van het verzoekschrift aangeduide derden, en is bepaald dat, alvorens definitief te beslissen op het verzochte verlof, partijen over dit beslag zullen worden gehoord op 6 januari 2022 en het voorlopig verlof alleen mag worden gebruikt als het beslag tenminste drie dagen voor die datum wordt gelegd en aan [gedaagde] is overbetekend en de beschikking aan [gedaagde] en de derden moet worden meebetekend;
- de door Verweerder op 5 januari 2022 in het geding gebrachte productie (zijnde de verzetdagvaarding van 13 april 2021, met de daarbij behorende 8 producties) en een korte toelichting daarop;
- de mondelinge behandeling van 6 januari 2022, waarbij partijen zijn gehoord, waarvan door de griffier aantekeningen zijn bijgehouden en waarbij door beide partijen pleitaantekeningen zijn overgelegd.
2.De beoordeling
package deal’, die is opgenomen in het proces-verbaal van de op 21 december 2019 met gesloten deuren gehouden terechtzitting van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van deze rechtbank. Deze packagedeal houdt als volgt in:
pij fixeren waarde echtelijke woning op € 480.000