Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 11 januari 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene wegens het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een motorrijtuig. Betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 11 januari 2022 is betrokkene verschenen, evenals de vertegenwoordiger van de officier van justitie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene het beroep bij de officier van justitie te laat had ingesteld, maar heeft deze termijnoverschrijding verschoonbaar verklaard op basis van artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit leidde tot de vernietiging van de beslissing van de officier van justitie.
Vervolgens heeft de kantonrechter beoordeeld of de boete terecht was opgelegd. De rechter concludeerde dat de boete terecht was, omdat het voertuig op naam van betrokkene stond en niet verzekerd was. Het verweer van betrokkene, dat de garage waar hij het voertuig had ingeruild de tenaamstelling niet had gewijzigd, werd verworpen. Betrokkene had zelf zorg moeten dragen voor de afgifte van een vrijwaringsbewijs. De kantonrechter verklaarde het beroep tegen de beschikking waarbij de boete was opgelegd ongegrond, en bevestigde daarmee de rechtmatigheid van de boete.