In deze zaak heeft de besloten vennootschap Piggy Loyalty B.V. (hierna: Piggy) een vordering ingesteld tegen een andere besloten vennootschap, aangeduid als [gedaagde], met betrekking tot een overeenkomst voor de levering van software en hardware. Piggy stelt dat er in mei 2019 een overeenkomst is gesloten, waarbij zij zich verplichtte om licenties en hardware te leveren aan [gedaagde], die zich verbond om hiervoor te betalen. De gedaagde betwist echter het bestaan van deze overeenkomst en stelt dat de handtekening die op een tablet is gezet, enkel voor vrijblijvende informatie was en niet als een bindende overeenkomst kan worden beschouwd.
De kantonrechter heeft in deze zaak de bewijslast bij Piggy gelegd, aangezien [gedaagde] gemotiveerd heeft betwist dat er een overeenkomst tot stand is gekomen. De rechter heeft vastgesteld dat de elektronische handtekening die door [gedaagde] is gezet, niet dezelfde rechtsgevolgen heeft als een handgeschreven handtekening, en dat de methode van ondertekenen onvoldoende betrouwbaar is. De kantonrechter heeft Piggy in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van de stelling dat [gedaagde] de overeenkomst en het bestelformulier digitaal heeft ondertekend.
De zaak is van belang voor de rechtsgeldigheid van digitale handtekeningen en de bewijsvoering in civiele zaken. De kantonrechter heeft de verdere beslissing aangehouden en zal de bewijslevering op een later moment beoordelen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke en betrouwbare methoden voor elektronische ondertekening, vooral in commerciële overeenkomsten.