ECLI:NL:RBNHO:2022:2210

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 maart 2022
Publicatiedatum
15 maart 2022
Zaaknummer
15.332387.21
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedreiging van demissionair minister Hugo de Jonge door het versturen van dreigende e-mails

Op 15 maart 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die gedurende twee maanden zeventien zeer dreigende e-mails heeft gestuurd naar demissionair minister Hugo de Jonge. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de minister heeft bedreigd met misdrijven tegen het leven, brandstichting en verkrachting. De bedreigingen waren van een zodanige aard dat de minister en zijn gezin zich ernstig bedreigd voelden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op zijn minst voorwaardelijk opzet had dat de e-mails de minister zouden bereiken, en dat de inhoud van de e-mails voldoende concreet was om redelijke vrees te wekken bij de minister. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht weken, waarvan zes weken voorwaardelijk, en een taakstraf van tweehonderd uren. Daarnaast werden er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling. De rechtbank benadrukte de ernst van de bedreigingen en het belang van de veiligheid van politici in een democratische rechtsstaat.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, locatie Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15.332387.21 (P)
Uitspraakdatum: 15 maart 2022
Tegenspraak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
1 maart 2022 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres 1] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. S. Rosendahl en van hetgeen de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. Coskun, advocaat te Uitgeest, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 7 oktober 2021 tot en met 8 december 2021 te Heerhugowaard, althans in Nederland, [benadeelde 1] , demissionair Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, viceminister-president, heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met brandstichting en/of met verkrachting,
door hem meerdere email berichten te sturen, te weten:
- op 7 oktober 2021: "Aan de galg met die kankerkop van je” en/of
- op 27 oktober 2021: "Ik hoop dat jij met je kids gauw mag sterven vuile gore kanker tyfus idioot. Ga je er zelf nou nog in geloven?" en/of
- op 29 oktober 2021: "Kanker hond sterf gauw met je gezinnetje je kinderen hebben toch geen leven meer omdat hun vader de covid nazi van Nederland is” en/of
- op 2 november 2021: "En zou het ze lukken om vanmiddag je kankerkoppie te doorzeven met tig kogels. Ik hoop het echt wel" en/of daarbij is gevoegd een krantenartikel met een foto van [benadeelde 1] en/of
”het wordt aftellen [benadeelde 1] .hoop dat ze je goed kunnen raken en minimaal 20 kogels door je kankerkop schieten” en/of
“besef je überhaupt wel dat je nooit meer zonder beveiliging de straat op kan of gewoon een dagje uit met het gezinnetje. Hoe oud ben je, hoe lang zou je misschien nog hebben om leuke dingen te doen? FF naar een pretpark of dierentuin zit er voor jou niet meer in..nekschot verdien je en ga je krijgen ook voor wat je Nederland hebt aangedaan. Ja lach maar achter je laptopje…dat duurt niet lang meer” en/of
- op 3 november 2021: “En je hoerige vrouw en kanker koters moeten ze ook zo gauw mogelijk liquideren tyfus nazi” en/of
- op 7 november 2021: ”Jouw kinderen [benadeelde 2] en [benadeelde 3] inclusief die kankerhoer van je [benadeelde 4] mogen z.s.m geliquideerd worden. Ben benieuwd wat er van je overblijft pauper [benadeelde 1] de kanker nazi" en/of
- op 8 november 2021: ”Sterf deze week a.u.b. vuile gore kanker nazi” en/of
- op 12 november 2021: ”Zondagavond staat ze met een tank en 2 raketwerpers bij je hoekhuisje op [adres 2] . Geen woorden maar daden horen ze jullie vaak schreeuwen. Die avond zal het schreeuwen door merg en been gaan (...) Één onbewaakt moment en je gaat o.a. [betrokkene] . achterna…” en/of
“dood ga je en heel snel ook, daarna verkrachten de Joden uit Amsterdam je vrouw en dochtertje wel” en/of
- op 13 november 2021: ”Zondagavond dus morgenavond tankwagen en 2 raketwerpers voor je hoekhuis in [adres 2] vuile gore kanker nazi…tis dat ik wat verder weg woon want had gelijk je kanker keel doorgesneden” en/of
- op 14 november 2021: ”Today starts The Great reset *zit nog wel een klein addertje onder het gras 2 children with their mother found dead in [adres 2] ” en/of
daarbij is gevoegd een foto van de woning waar [benadeelde 1] en zijn gezin wonen en/of
- op 19 november 2021: ”Gaat gebeuren [benadeelde 1] vuile gore kanker nazi..je was gewaarschuwd vuile hond ook jouw hoekhuisje gaat binnenkort in vlammen op net als veel andere overheidsgebouwen tis oorlog kerel en dat heeft Nederland aan jouw kankerkop te danken. Je twee kinderen en vrouw moeten oppassen want ze zijn geen minuut veilig meer…jij gaat heel veel pijn krijgen wanneer je ze binnenkort voorgoed moet gaan missen. Familie [benadeelde 1] gaat uitsterven” en/of
- op 7 december 2021: “ Vuile gore kanker nazi.. jij wordt binnenkort goed in je kankerkop geboosterd en helemaal niemand gaat dat tegenhouden Tijdperk [benadeelde 1] de nazi is straks voorgoed voorbij gelukkig hoop dat je vrouw en 2 kids tevens de ergste vorm van huidkanker krijgen en ongeneeslijk ziek worden achterlijke kanker debiel; [adres 3] .. dat mag de fik in wanneer jullie (on)rustig liggen te slapen pestkanker kakkerlak” en/of daarbij is gevoegd een foto van de woning van [benadeelde 1] en/of
- op 8 december 2021: “De ongevaccineerden dat zijn er nog zoveel meer als jullie maar lopen te verkondigen, in je hele leven ben je nog nooit eerlijk geweest en liegen is je met de paplepel ingegoten helaas! Daarom verklaren de ongevaccineerden jouw hierbij de burgeroorlog... je woning zal branden waar later 4 stoffelijke overschotten aangetroffen zullen worden” en/of
“neem maar vast afscheid van ze..... jij gaat ze eerder missen dan andersom” en/of
daarbij is gevoegd een foto van de kinderen van [benadeelde 1] en/of een foto van de woning waar [benadeelde 1] en zijn gezin wonen,
althans (telkens) woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. Zij heeft daartoe allereerst aangevoerd dat de verdachte er geen opzet op had dat de aangever daadwerkelijk op de hoogte zou raken van de verwensingen in de door de verdachte verstuurde e-mails. De verdachte vond het e-mailadres op internet en was in de veronderstelling dat dit nep was. Dat idee werd versterkt doordat er geen reactie kwam op zijn e-mails. Daardoor is hij zijn frustraties langer en ongefilterd van zich af blijven schrijven. Daarnaast had de verdachte geen opzet op het ontstaan van redelijke vrees bij de aangever dat een misdrijf jegens de aangever zou worden gepleegd. De berichten zijn daarvoor onvoldoende concreet en de verdachte schreef in de berichten ook niet dat hij de daden zelf zou (laten) uitvoeren.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
3.3.1
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
3.3.2
Bewijsmotivering
In de periode van 7 oktober 2021 tot en met 8 december 2021 zijn er, vanaf het e-mailadres [e-mailadres] , op dertien verschillende dagen in totaal zeventien e-mails gestuurd naar het persoonlijke, werkgerelateerde e-mailadres van [benadeelde 1] , demissionair Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, tevens viceminister-president. Namens de minister (hierna: aangever) is daarvan aangifte gedaan. De verdachte bekent dat hij alle e-mails aan de aangever heeft gestuurd.
Voor een bewezenverklaring van bedreiging in de zin van artikel 285 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) is vereist dat de bedreigde daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging en voorts dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is gedaan dat bij de bedreigde de redelijke vrees kon ontstaan voor het misdrijf waarmee werd gedreigd. Het opzet, al dan niet in voorwaardelijke zin, van de verdachte moet daarbij zowel gericht zijn op het daadwerkelijk op de hoogte raken van de bedreiging door de bedreigde, als op het ontstaan van redelijke vrees bij de bedreigde.
Op de hoogte raken van de bedreiging
Uit de aangifte blijkt dat de aangever de e-mails van de verdachte heeft ontvangen en daarvan kennis heeft genomen. Anders dan de verdediging meent, is de rechtbank van oordeel dat kan worden bewezen dat de verdachte bij het versturen van deze e-mails op zijn minst het voorwaardelijk opzet had dat de e-mails de aangever daadwerkelijk zouden bereiken. Dat volgt naar het oordeel van de rechtbank uit het feit dat het e-mailadres waaraan de e-mails waren gericht expliciet de voor- en achternaam van de aangever bevat en dat het e-mailadres met de gebruikelijke toevoegingen, zoals de naam van het ministerie waar de aangever werkzaam was, is opgebouwd. Het kan daarom niet anders zijn dan dat het de bedoeling van de verdachte was, althans dat hij in ieder geval de aanmerkelijke kans heeft aanvaard, dat de e-mailberichten de aangever zouden bereiken. Dat de verdachte nooit een reactie op zijn e-mails heeft ontvangen doet daar niets aan af. Overigens ontving de verdachte ook geen foutmelding van de server dat het om een niet-bestaand e-mailadres zou gaan, terwijl dat in geval van een foutief adres gebruikelijk zou zijn.
Redelijke vrees voor het misdrijf
Vervolgens dient de vraag beantwoord te worden of het opzet van de verdachte ook was gericht op het ontstaan van redelijke vrees voor het misdrijf waarmee werd gedreigd. De rechtbank is van oordeel dat kan worden bewezen dat de verdachte daar (vol) opzet op had en overweegt daartoe als volgt.
Gedurende een periode van twee maanden heeft de verdachte in totaal zeventien e-mails aan de aangever gestuurd. Een substantieel deel van de e-mails bevat bedreigingen met misdaden gericht tegen het leven van de aangever, dan wel brandstichting in de woning van de aangever. Ook het gezin van de aangever wordt in de berichten betrokken. In een van de e-mails zijn de namen van de echtgenote en de kinderen van de aangever genoemd en bij een andere e-mail is een foto van de twee kinderen van de aangever en een foto van zijn woning gevoegd met de tekst:
‘neem maar vast afscheid van ze….. jij gaat ze eerder missen dan andersom’.
In de loop van de tenlastegelegde periode van twee maanden is de toonzetting van de e-mails steeds dreigender geworden. In de tweede maand bevatten verschillende e-mails teksten waarin geïnsinueerd wordt dat op een specifieke dag de bedreigingen daadwerkelijk ten uitvoer zullen worden gebracht. In een e-mail van 12 november staat onder andere:
‘zondagavond staat ze met een tank en 2 raketwerpers bij je hoekhuisje op [adres 2] (…) Die avond zal het schreeuwen door merg en been gaan (…) Één onbewaakt moment en je gaat o.a. [betrokkene] . achterna…’. De dag daarna schrijft de verdachte:
‘Zondagavond dus morgenavond tankwagen en 2 raketwerpers voor je hoekhuis in [adres 2] vuile gore kanker nazi…’. Vervolgens stuurt de verdachte op die zondag een foto van de woning van de aangever met daarbij de tekst:
‘Today starts the Great reset * zit nog wel een klein addertje onder het gras 2 children with their mother found dead in [adres 2] ’. In de e-mails van 14 november, 7 december en 8 december 2021 schrijft de verdachte over een brand in de woning van de verdachte, waarbij ‘
Familie [benadeelde 1] gaat uitsterven’, dat de fik erin mag
‘wanneer jullie (on)rustig liggen te slapen’ en de ‘
woning zal branden waar later 4 stoffelijke overschotten aangetroffen zullen worden’.
De rechtbank is gelet op de door de verdachte gebezigde bewoordingen, bezien in samenhang met de vasthoudendheid en intensiteit van zijn berichten, van oordeel dat bij de aangever de redelijke vrees kon ontstaan dat de misdrijven waarmee werd gedreigd zouden worden gepleegd. Anders dan de verdediging meent zijn de berichten daarvoor voldoende concreet. Uit de aangifte blijkt dat de aangever zich door de e-mails ook daadwerkelijk ernstig bedreigd heeft gevoeld. De e-mails hebben een enorme impact gehad op het veiligheidsgevoel van de aangever en zijn gezin.
Dat het nooit de bedoeling van de verdachte is geweest om de omschreven daden daadwerkelijk tot uitvoering te (laten) brengen is voor een bewezenverklaring van bedreiging niet relevant. Het voornemen van een daadwerkelijke uitvoering is hiervoor namelijk geen vereiste. Ook het feit dat in de e-mails niet staat dat de verdachte de daden zelf zou verrichten of zelf iemand de opdracht zou geven om deze te verrichten, doet aan de strafbaarheid van het handelen van de verdachte niet af. Het gaat er immers om dat er een redelijke vrees kon ontstaan voor de misdrijven waarmee de verdachte heeft gedreigd en dat staat los van de vraag wie deze misdrijven zou uitvoeren.
Conclusie
Aan de voorwaarden voor bewezenverklaring van bedreiging is voldaan. De rechtbank komt tot de conclusie dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft gepleegd.
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op tijdstippen in de periode van 7 oktober 2021 tot en met 8 december 2021 te Heerhugowaard, althans in Nederland, [benadeelde 1] , demissionair Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, viceminister-president, heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met brandstichting en met verkrachting,
door hem meerdere e-mail berichten te sturen, te weten:
- op 7 oktober 2021: "Aan de galg met die kankerkop van je” en
- op 27 oktober 2021: "Ik hoop dat jij met je kids gauw mag sterven vuile gore kanker tyfus idioot. Ga je er zelf nou nog in geloven?" en
- op 29 oktober 2021: "Kanker hond sterf gauw met je gezinnetje je kinderen hebben toch geen leven meer omdat hun vader de covid nazi van Nederland is” en
- op 2 november 2021: "En zou het ze lukken om vanmiddag je kankerkoppie te doorzeven met tig kogels. Ik hoop het echt wel" en daarbij is gevoegd een krantenartikel met een foto van [benadeelde 1] en
”het wordt aftellen [benadeelde 1] .hoop dat ze je goed kunnen raken en minimaal 20 kogels door je kankerkop schieten” en
“besef je überhaupt wel dat je nooit meer zonder beveiliging de straat op kan of gewoon een dagje uit met het gezinnetje. Hoe oud ben je, hoe lang zou je misschien nog hebben om leuke dingen te doen? FF naar een pretpark of dierentuin zit er voor jou niet meer in..nekschot verdien je en ga je krijgen ook voor wat je Nederland hebt aangedaan. Ja lach maar achter je laptopje…dat duurt niet lang meer” en
- op 3 november 2021: “En je hoerige vrouw en kanker koters moeten ze ook zo gauw mogelijk liquideren tyfus nazi” en
- op 7 november 2021: ”Jouw kinderen [benadeelde 2] en [benadeelde 3] inclusief die kankerhoer van je [benadeelde 4] mogen z.s.m geliquideerd worden. Ben benieuwd wat er van je overblijft pauper [benadeelde 1] de kanker nazi" en
- op 8 november 2021: ”Sterf deze week a.u.b. vuile gore kanker nazi” en
- op 12 november 2021: ”Zondagavond staat ze met een tank en 2 raketwerpers bij je hoekhuisje op [adres 2] . Geen woorden maar daden horen ze jullie vaak schreeuwen. Die avond zal het schreeuwen door merg en been gaan (...) Één onbewaakt moment en je gaat o.a. [betrokkene] . achterna…” en
“dood ga je en heel snel ook, daarna verkrachten de Joden uit Amsterdam je vrouw en dochtertje wel” en
- op 13 november 2021: ”Zondagavond dus morgenavond tankwagen en 2 raketwerpers voor je hoekhuis in [adres 2] vuile gore kanker nazi…tis dat ik wat verder weg woon want had gelijk je kanker keel doorgesneden” en
- op 14 november 2021: ”Today starts The Great reset *zit nog wel een klein addertje onder het gras 2 children with their mother found dead in [adres 2] ” en
daarbij is gevoegd een foto van de woning waar [benadeelde 1] en zijn gezin wonen en
- op 19 november 2021: ”Gaat gebeuren [benadeelde 1] vuile gore kanker nazi..je was gewaarschuwd vuile hond ook jouw hoekhuisje gaat binnenkort in vlammen op net als veel andere overheidsgebouwen tis oorlog kerel en dat heeft Nederland aan jouw kankerkop te danken. Je twee kinderen en vrouw moeten oppassen want ze zijn geen minuut veilig meer…jij gaat heel veel pijn krijgen wanneer je ze binnenkort voorgoed moet gaan missen. Familie [benadeelde 1] gaat uitsterven” en
- op 7 december 2021: “ Vuile gore kanker nazi.. jij wordt binnenkort goed in je kankerkop geboosterd en helemaal niemand gaat dat tegenhouden Tijdperk [benadeelde 1] de nazi is straks voorgoed voorbij gelukkig hoop dat je vrouw en 2 kids tevens de ergste vorm van huidkanker krijgen en ongeneeslijk ziek worden achterlijke kanker debiel; [adres 3] .. dat mag de fik in wanneer jullie (on)rustig liggen te slapen pestkanker kakkerlak” en
- op 8 december 2021: “De ongevaccineerden dat zijn er nog zoveel meer als jullie maar lopen te verkondigen, in je hele leven ben je nog nooit eerlijk geweest en liegen is je met de paplepel ingegoten helaas! Daarom verklaren de ongevaccineerden jouw hierbij de burgeroorlog... je woning zal branden waar later 4 stoffelijke overschotten aangetroffen zullen worden” en
“neem maar vast afscheid van ze..... jij gaat ze eerder missen dan andersom” en
daarbij is gevoegd een foto van de kinderen van [benadeelde 1] en een foto van de woning waar [benadeelde 1] en zijn gezin wonen.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Het bewezenverklaarde levert op:
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd, bedreiging met brandstichting, meermalen gepleegd, en bedreiging met verkrachting
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan één maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De officier van justitie heeft daarbij gevorderd dat aan de proeftijd de bijzondere voorwaarden worden verbonden zoals geadviseerd door de reclassering in het advies van 24 februari 2022, met uitzondering van het contactverbod, en dat de rechtbank de voorwaarden inhoudende de meldplicht en ambulante behandeling dadelijk uitvoerbaar zal verklaren.
Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat aan de verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel wordt opgelegd in de vorm van een contactverbod met de aangever en zijn gezin, waarbij zeven dagen vervangende hechtenis moet worden toegepast voor iedere keer dat de verdachte dit contactverbod overtreedt, met een maximum van zeventig dagen. Daarbij heeft de officier van justitie gevorderd dat deze maatregel dadelijk uitvoerbaar wordt verklaard.
6.2
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft de rechtbank verzocht om – meer dan de officier van justitie – rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte heeft spijt, staat open voor hulp en zijn gezin is van hem afhankelijk als kostwinner.
De raadsvrouw heeft primair verzocht, als de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, aan de verdachte een geheel voorwaardelijke straf op te leggen, eventueel met oplegging van de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden als stok achter de deur. Subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht aan de verdachte een taakstraf op te leggen.
6.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Aard en ernst van de feiten
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige bedreiging van [benadeelde 1] , demissionair minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, viceminister-president. De verdachte heeft gedurende een periode van twee maanden zeventien e-mailberichten gestuurd, waarin de bedreigingen steeds heftiger werden. Dat de verdachte de bedreigingen mede heeft gericht tegen het gezin van [benadeelde 1] en daarbij ook zijn privéadres heeft genoemd, onder bijvoeging van foto’s van zijn kinderen en de woning, maakt de bedreiging nog indringender.
De verdachte heeft aangegeven dat hij de e-mails heeft gestuurd door zijn alsmaar hoger oplopende frustratie en boosheid over de steeds verdergaande inperking van zijn vrijheden door de op dat moment steeds strikter wordende coronamaatregelen. Dat de verdachte zijn afkeuring van het coronabeleid op deze manier tot een specifieke bewindspersoon heeft gericht is volstrekt ongeoorloofd. In een democratische rechtstaat kan afkeur van het geldende beleid op diverse manieren rechtmatig worden geuit. Tot deze manieren behoren het stemmen op een (andere) politieke partij of het demonstreren op vreedzame wijze. Bovendien is het in een democratische rechtsstaat van groot belang dat politici hun werk, dat per definitie in de openbaarheid plaatsvindt, zonder angst voor en beletsel van hun veiligheid kunnen verrichten. De rechtbank rekent het de verdachte dan ook zwaar aan dat hij, door de minister te bedreigen, heeft bijgedragen aan een klimaat waarin sommige politici zich uit angst beknot voelen in hun persoonlijke vrijheid, ook in hun privéleven.
Gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde acht de rechtbank in beginsel de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gerechtvaardigd. De rechtbank ziet in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte echter reden om van dit uitgangspunt af te wijken.
Persoonlijke omstandigheden
Blijkens het strafblad van de verdachte van 21 januari 2022 is de verdachte eenmaal eerder veroordeeld voor het versturen van grensoverschrijdende berichten.
Reclassering Nederland heeft op 24 februari 2022 een advies uitgebracht. Bij een veroordeling adviseert de reclassering een (grotendeels) voorwaardelijke straf met – kort gezegd – de volgende vier bijzondere voorwaarden: een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling bij De Waag of een soortgelijke instelling, een contactverbod met de aangever en zijn gezin en een verbod om zich lasterlijk en smadelijk uit te laten over de aangever en zijn gezin. Daarnaast staat in het advies onder andere:
De heer [verdachte] komt nu voor de tweede keer met justitie in aanraking omdat hij zijn zelfbeheersing als gevolg van oplopende frustraties door gevoelens van aangedaan onrecht niet meer onder controle had. Er zijn geen aanwijzingen gevonden voor problematisch complotdenken alsook niet dat betrokkene zich identificeert met een bepaalde groep of extremistisch gedachtegoed. Betrokkene is door zijn gevoelens van waargenomen onrecht geradicaliseerd.
Betrokkene toont echter zelfinzicht en probleembesef, wil herhaling voorkomen en stelt zich
ontvankelijk op voor ambulante psychologische begeleiding. Middels verdiepingsdiagnostiek is vastgesteld dat er een laag risico is op gewelddadig extremisme is. Het algemene risico op recidive wordt zonder de geadviseerde ambulante behandeling door ons als matig ingeschat.
Ook op de zitting heeft de verdachte inzicht in de ontoelaatbaarheid van zijn handelen getoond. De verdachte heeft een excuusbrief aan [benadeelde 1] geschreven (die hij in verband met het aan de schorsing van zijn voorarrest verbonden contactverbod niet aan hem kan sturen). Daarnaast heeft de verdachte aangegeven dat hij graag hulp wil bij het vinden van de oorzaak voor het op deze manier uiten van zijn frustraties. Hij wil dit nooit meer laten gebeuren en is bereid zich aan alle door de reclassering geadviseerde voorwaarden te houden.
Gezien het voorgaande, en de omstandigheid dat de verdachte zijn leven voor het overige op orde heeft, acht de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf in combinatie met een (forse) taakstraf passend. De rechtbank vindt het van belang dat de verdachte aan de slag gaat om een gedragsverandering teweeg te brengen, om soortgelijk gedrag in de toekomst te voorkomen.
Slotsom
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat aan de verdachte een gevangenisstraf voor de duur van acht weken en een taakstraf van tweehonderd uren moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat een gedeelte van zes weken van de gevangenisstraf vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van drie jaren, zodat de verdachte ervan wordt weerhouden zich opnieuw schuldig te maken aan een strafbaar feit. De rechtbank zal aan de proeftijd als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandeling bij De Waag of een soortgelijke instelling verbinden. Het daarnaast door de reclassering geadviseerde contactverbod zal worden opgelegd in de vorm van een vrijheidsbeperkende maatregel (zie hierna onder 7). De geadviseerde voorwaarde inhoudende het verbod om zich lasterlijk en smadelijk over de aangever en zijn gezin uit te laten zal de rechtbank niet aan de proeftijd verbinden, omdat dit reeds bij wet verboden is.
Aangezien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, beveelt de rechtbank op grond van artikel 14e Sr dat dat de hierna te stellen voorwaarden en het uit te oefenen reclasseringstoezicht dadelijk uitvoerbaar zijn, zodat is gewaarborgd dat de behandeling van de verdachte en het reclasseringstoezicht direct kunnen worden gestart.

7.Vrijheidsbeperkende maatregel

Contactverbod
Ter voorkoming van strafbare feiten is de rechtbank van oordeel dat de maatregel dat verdachte voor de duur van twee jaren op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [benadeelde 1] en/of zijn gezin dient te worden opgelegd.
Voor het geval dat de verdachte zich niet houdt aan deze maatregel, bepaalt de rechtbank dat bij iedere overtreding zeven dagen vervangende hechtenis wordt toegepast met een maximum van zeventig dagen vervangende hechtenis.
Dadelijke uitvoerbaarheid maatregel
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en/of zich belastend zal gedragen jegens de aangever en zijn gezin, beveelt de rechtbank, gelet op artikel 38v, vierde lid Sr, dat de opgelegde maatregel, dadelijk uitvoerbaar is.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 38v, 38w, 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezen verklaarde feit de hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) weken.
Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 6 (zes) weken
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van drie jaren.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Stelt als
bijzondere voorwaardendat:
-
meldplicht bij reclassering:de verdachte zich meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering bepaalt welke gespreksonderwerpen van belang zijn om een inschatting te kunnen maken van de recidive- en veiligheidsrisico’s, waarbij de privacy van betrokkene zoveel mogelijk gerespecteerd zal worden.
-
ambulante behandeling:de verdachte zich ambulant laat behandelen door forensische (poli)kliniek De Waag, of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling als de behandelaar dat nodig acht.
Geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14c lid 6 Sr).
Stelt dat de verdachte is gehouden om, ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking, te verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan te bieden en medewerking te verlenen aan het reclasseringstoezicht (artikel 14c lid 6 Sr), de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Beveelt dat de op grond van artikel 14c Sr gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 14c lid 6 Sr uit te oefenen toezicht,
dadelijk uitvoerbaarzijn.
Veroordeelt de verdachte tot het verrichten van
200 (tweehonderd) uren taakstrafdie bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 100 (honderd) dagen hechtenis.
Maatregel Contactverbod
Legt op de maatregel dat de verdachte voor de duur van twee jaren op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [benadeelde 1] en/of zijn gezin.
Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 7 (zeven) dagen voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 70 (zeventig) dagen.
Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
Beveelt dat de opgelegde maatregel
dadelijk uitvoerbaaris.
Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.S. Lamboo, voorzitter,
mr. H.E. van Harten en mr. A.H. de Regt, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. E.C.W. Coesel,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 15 maart 2022.
Mr. A.H. de Regt en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage
De bewijsmiddelen (…)