Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procedure
- het verzoekschrift, met bijlagen, van de vrouw, ingekomen op 24 augustus 2021;
- het F9-formulier, met bijlagen, van 15 oktober 2021, ingekomen op dezelfde datum.
.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 14 januari 2022 uitspraak gedaan over het verzoek van een vrouw om de erkenning door de man te vernietigen. De vrouw, die op dat moment 31 jaar oud was, stelde dat de man niet haar biologische vader was en dat zij tijdens haar minderjarigheid al op de hoogte was van deze situatie. De vrouw had een moeilijke jeugd en voelde zich emotioneel verwaarloosd door de man, die haar had erkend maar met wie zij nooit een echte band had kunnen opbouwen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw haar verzoek niet tijdig had ingediend, maar heeft ook overwogen dat het vasthouden aan de termijn in haar geval een ontoelaatbare inmenging in haar recht op eerbiediging van het familie- en gezinsleven zou zijn, zoals beschermd door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De moeder van de vrouw steunde het verzoek en verklaarde dat de man niet de biologische vader was. De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het belang van de vrouw om haar juridische band met de man te verbreken zwaarder weegt dan de strikte hantering van de wettelijke termijn. De erkenning door de man is vernietigd, waardoor de vrouw vanaf dat moment alleen in familierechtelijke betrekking tot haar moeder staat en haar achternaam weer die van haar moeder wordt.