Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 250,00 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der incident tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 90,75, althans een in redelijke justitie door de rechtbank te bepalen bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten.
4.Het verweer
5.De beoordeling
“het (laten) voeren van een gerechtelijke procedure”kan naar oordeel van de kantonrechter een recht van substitutie worden afgeleid. Het primaire verweer van de vervoerder slaagt derhalve niet. Op de inhoudelijke verweren van de vervoerder zal hierna worden ingegaan.
actual flight info’ van de vluchten betreffen. Hierin worden codes genoemd bij ‘
departure delay’. Deze codes worden echter niet door de vervoerder toegelicht. Ook zijn er geen stukken van de luchtverkeersleiding overgelegd, terwijl de vervoerder heeft aangevoerd dat aan de vluchten ATC-slotrestricties waren opgelegd. Gelet op het voorgaande heeft de vervoerder, mede gelet op de betwisting van de passagier, de buitengewone omstandigheden dan ook onvoldoende onderbouwd. Dit had echter wel op zijn weg gelegen nu de vervoerder een beroep doet op buitengewone omstandigheden. De bewijslast van de buitengewone omstandigheden rust immers op de vervoerder. Nu de vervoerder er niet in is geslaagd om aan te tonen dat sprake was van buitengewone omstandigheden kan in het midden blijven of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen. De vordering tot betaling van compensatie op grond van artikel 7 van de Verordening zal om die reden worden toegewezen.
6.De beslissing
griffierecht € 83,00;
salaris gemachtigde € 150,00.