Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1] ,
[passagier sub 2],
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 4.855,00, vermeerderd met de wettelijke rente over € 1.200,00 vanaf datum vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.Het verweer
5.De beoordeling
flight level26.000 ft (FL260) tot
waypoint NEXUSen vervolgens 32.000 ft (FL320). Ter onderbouwing verwijst de vervoerder naar de screenshot uit het log van de vlucht. Naast de turbulentie was sprake van harde wind boven de 80 en 100 knopen. Als gevolg van de harde wind en de turbulentie was er veel meer brandstof nodig dan aan boord van het vliegtuig paste. In dit verband verwijst de vervoerder naar de totale brandstofcapaciteit van de Boeing 757, het toestel waarmee de vlucht is uitgevoerd (productie 2 bij conclusie van antwoord). Vanwege de harde wind en de turbulentie was de gezagvoerder genoodzaakt om een tussenstop te maken te Goose Bay (
YYR), aldus de vervoerder. De vervoerder heeft aangevoerd dat het voorgaande ook blijk uit het vluchtrapport van de vlucht:
“Fuelstop CYYR”(productie 3 bij conclusie van antwoord). Het toestel is om 15:26 uur (lokale tijd) te Goose Bay gearriveerd. De gezagvoerder heeft extra brandstof geladen en vervolgens opnieuw toestemming gevraagd om te mogen vertrekken. Direct nadat toestemming werd verkregen, is de vlucht hervat. Hierbij verwijst de vervoerder naar de
Flight Historyvan de vlucht (productie 4 en 5 bij conclusie van antwoord). Daarbij heeft de vervoerder aangevoerd dat hij, anders dan de passagiers stellen, geen METAR gegevens kan overleggen, omdat deze slechts worden afgegeven voor de weersomstandigheden op de luchthaven. De METAR-gegevens betreffen weersomstandigheden in de lage luchtlagen die relevant zijn tijdens de landing of
take-off,aldus de vervoerder. Voorts heeft de vervoerder aangevoerd dat hij, anders dan de passagiers stellen, geen verklaring van de luchtverkeersleiding te Goose Bay hoeft te overleggen om de slechte weersomstandigheden aan te tonen. De luchtverkeersleiding te Goose Bay geeft geen verklaringen over turbulentie boven de Atlantische oceaan af, aldus de vervoerder. De kantonrechter is gelet op bovenstaande van oordeel dat de vervoerder met de overgelegde producties en zijn toelichting daarop voldoende heeft onderbouwd dat het toestel te maken had met turbulentie en harde wind (tot wel 114 knopen) waardoor de gezagvoerder genoodzaakt was om een tussenstop te maken, zodat meer brandstof geladen kon worden.
clear air turbulentie”. Deze vorm van turbulentie komt met name voor in de hogere luchtlagen. Om die reden was het volgens de vervoerder in het belang van de passagiers en tevens voor de veiligheid om deze turbulentie te vermijden. Voorts heeft de vervoerder aangevoerd dat de stelling van de passagiers wat betreft de brandstofberekening nergens op is gebaseerd en bovendien onjuist is. Als onweersproken staat vast dat de tanks bij vertrek vol waren, aldus de vervoerder. De vervoerder heeft voldoende toegelicht en onderbouwd dat het toestel bij vertrek de maximale hoeveelheid brandstof aan boord had. De kantonrechter ziet dan ook onvoldoende aanleiding om aan te nemen dat de gezagvoerder niet in redelijkheid tot zijn beslissing heeft kunnen komen, noch dat de beslissing van de gezagvoerder is genomen door omstandigheden die in de invloed- en risicosfeer van de vervoerder lagen en door haar hadden kunnen worden voorkomen. Het betreft hier immers een van buiten komende oorzaak waarop de luchtvaartmaatschappij geen invloed kan uitoefenen. Gelet op het voorgaande slaagt het beroep van de vervoerder op buitengewone omstandigheden. De hierdoor ontstane vertraging van drie uur en 15 minuten is dan ook ontstaan als gevolg van een buitengewone omstandigheid.